De oppositie dringt aan op een eenzijdige veroordeling door Nederland van de inval. Dat is „niet effectief”, meent de bewindsvrouw. „Het is wel belangrijk om druk op de ketel te houden. We zullen onze inspanningen verdubbelen.”

Het kabinet heeft de Turkse regering al tevergeefs een paar keer gevraagd om goede onderbouwing van de inval. Dat is nog „niet afdoende” gebeurd, liet Kaag weten. Ankara beroept zich op artikel 51 van het VN-Handvest dat gaat over zelfverdediging.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) heeft op een NAVO-vergadering in Brussel donderdag de Turken nogmaals opgeroepen te opereren binnen internationaal recht. Zo’n oproep deed NAVO-chef Jens Stoltenberg ook. De operatie in Afrin moet de strijd tegen terreurgroep IS niet in de weg zitten. Dat laatste is volgens Kaag nog niet gebeurd.

Regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie vinden dat de EU en NAVO-landen de invasie gezamenlijk moeten veroordelen als daarvoor geen rechtvaardiging wordt gegeven. „Een veroordeling in je eentje heeft geen zin”, zei CDA’er Martijn van Helvert die tijdens een eerder debat daar wel op leek aan te dringen.

De oppositie vindt de opstelling van de coalitie onvoldoende. „Rechtsgeleerden maken gehakt van het recht op zelfverdediging” waar Turkije zich op beroept, zei Sadet Karabulut (SP). Volgens Bram van Ojik (GroenLinks) zal het uitblijven van een veroordeling door de Turken worden gezien als een vorm van legitimering van de inval.

Turkije viel Afrin 20 januari binnen. Ze krijgen daarbij hulp van Syrische rebellen. De Turken proberen in Afrin de Syrisch Koerdische militie YPG te verdrijven. De militie krijgt steun van de Amerikanen in de strijd tegen IS. De YPG is volgens de Turken een deel van de PKK die op de lijst van terroristische groepen staat.