Tsvangirai leidde oppositie tegen Mugabe
Morgan Tsvangirai was lange tijd de hoop en het baken van de oppositie in Zimbabwe, toen het land nog zuchtte onder het bewind van Robert Mugabe. Hij daagde de president bij herhaling uit en kreeg als antwoord drie (mislukte) moordaanslagen, intimidaties en rechtszaken te verduren.
De voormalige mijnwerker en vakbondsleider richtte in 2000 de partij MDC op en stelde zich in 2002 en 2008 verkiesbaar als president. Bij die laatste verkiezingen kreeg hij de meeste stemmen, maar volgens de autoriteiten niet genoeg om in de eerste ronde te winnen. Voordat de tweede stemronde was gehouden gebruikten de veiligheidsdiensten zoveel geweld tegen MDC-aanhangers, dat Tsvangirai zich genoodzaakt zag om zich terug te trekken.
Mugabe werd tot winnaar uitgeroepen, maar de internationale verontwaardiging was zo groot dat de president Tsvangirai als premier aanstelde. In 2013 verloor Tsvangirai in nieuwe verkiezingen kansloos van Mugabe, hoewel hij veruit de favoriet was. Internationale waarnemers plaatsten grote vraagtekens bij de 61 procent van de stemmen die Mugabe gehaald zou hebben.
De voormalige vakbondsleider werd in 2002 beschuldigd van hoogverraad omdat hij van plan zou zijn geweest Mugabe om te brengen. Uiteindelijk werd hij vrijgesproken, maar gedurende twintig maanden hing de kans op de doodstraf boven zijn hoofd.
Tsvangirai kreeg ook kritiek. Hij zou als premier stembusfraude hebben kunnen voorkomen en kon zich volgens ingewijden soms dictatoriaal gedragen.
In 2016 werd darmkanker bij Tsvangirai vastgesteld en sindsdien werd hij geregeld behandeld in Zuid-Afrika.
Zonder de oprichter aan het roer dreigt binnen de MDC een machtsstrijd los te barsten. Daarvan profiteert dan vooral de huidige president Emmerson Mnangagwa, die naar verwachting over een half jaar nieuwe verkiezingen wint.