Prof. Arnold Huijgen: Nieuw leiderschap vraagt Bijbelse doordenking
Traditioneel leiderschap slaat in organisaties steeds minder aan. Vernieuwen is het parool. Maar kun je daarin meegaan als je gelooft dat mensen van nature niet geneigd zijn tot het goede?
Ongeveer honderd leidinggevenden, overwegend uit christelijke kring, dachten vrijdag in de aula van het Ichthus College in Veenendaal na over leiderschap in de context van de 21e eeuw.
Aanleiding voor het symposium vormt het recent bij uitgeverij Groen verschenen boek ”Nieuw leiderschap: van bezitten naar delen”, geschreven door drs. Dick Both en Alex de Bruijn (beiden organisatieadviseur) en prof. dr. Arnold Huijgen (hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn).
Veel leidinggevenden verkeren bij wijze van spreken nog in de tijd van de Industriële Revolutie, licht Both toe tijdens de bijeenkomst. Een eeuw geleden was het de baas van de textielfabriek die nadacht over materialen, patronen en verkoopprijzen – de honderden vrouwen die in de fabriek werkten hoefden alleen productie te draaien en het werk zo snel mogelijk uit te voeren.
Maar in de organisaties van nu passen dergelijke verhoudingen niet langer. Er worden heel andere zaken van medewerkers verwacht: creativiteit, vernieuwing, kennis, initiatief. Both: „Het wrange is dan dat die nieuwe professionals moeten werken in een constellatie die lijkt op die van honderd jaar geleden.” Vertrouwen en vrijheid geven aan medewerkers wordt steeds belangrijker. Niet van bovenaf sturen, maar de dingen sámen doen.
Vervolgens stelt Alex de Bruijn een vraag aan het publiek: „Wie denkt dat het einde van het formele leiderschap nabij is?” Aarzelend gaan er een paar vingers omhoog. Blijkbaar gelooft de grote meerderheid van de aanwezigen nog niet meteen dat er revolutionaire veranderingen gaan plaatsvinden.
Prof. dr. Arnold Huijgen benadrukt daarop dat er weliswaar om nieuw leiderschap gevraagd wordt, maar dat er ook altijd situaties zijn die wél vragen om het traditionele gezag. „Bijvoorbeeld als de koffiepauze voorbij is en iedereen moet gaan zitten. Dan moet je gewoon gehoorzamen.”
Het is belangrijk, vindt hij, om het mensbeeld achter de nieuwe ideeën over leiderschap ter discussie te stellen. Je kunt wel denken dat al je medewerkers creatieve, goedwillende, gezonde mensen zijn, maar realistisch is dat niet. „Als je als leidinggevende kunt zorgen dat we een beetje voort kunnen modderen, doe je al heel wat. We zijn geen God, we zijn tijdelijke en beperkte mensen. Erger nog: we zijn zondig, en daar zijn we ook verantwoordelijk voor. De hele wereld ligt in het boze. We hebben dus nieuw leven nodig in Jezus Christus. Dat is waar het om gaat.”
Het nieuwe leiderschap vraagt Bijbelse doordenking, waarbij teksten over gezag zorgvuldig moeten worden toegepast. „Neem de ongemakkelijke teksten over slaven die hun heer moeten gehoorzamen, en vrouwen die hun man ”heer” moeten noemen. Maar als mijn vrouw me „meneer” noemt, is er iets mis. Vergeleken met de Bijbelse tijd is de positie van vrouwen veranderd. En we houden ook geen slaven meer.”
Hoe moet je zulke teksten dan uitleggen? Geen losse teksten verabsoluteren, stelt prof. Huijgen, maar ook niet relativeren wat er in de Bijbel staat. „Ik denk dat je moet kijken naar de beweging in de tekst, de lijn die zichtbaar wordt. Slavernij bijvoorbeeld is een gegeven in de Bijbel. Maar als Paulus de weggelopen slaaf Onesimus terugstuurt naar zijn heer Filémon, schrijft hij: Nu ontvang je hem niet als slaaf, maar als broeder. Dat verandert alles. Daarmee wordt de onderdrukkende gezagsverhouding opengebroken en nieuw gemaakt.”