Marine Iran legt drie Britse schepen aan de ketting
De Iraanse marine heeft maandag drie Britse patrouilleboten opgebracht die de territoriale wateren van Iran waren binnengedrongen. De acht opvarenden zijn in verzekerde bewaring gesteld, zo meldden Iraanse en Britse functionarissen. Het incident van maandag lijkt de al gespannen verhoudingen tussen beide landen verder op scherp te hebben gezet.
„Vanochtend kwamen drie Britse boten met acht mensen aan boord de Iraanse territoriale wateren binnen. De Iraanse marine heeft, geheel in lijn met haar taken, deze boten opgebracht en de bemanningsleden gearresteerd”, aldus zegsman Hamid Reza Asefi. „Ze worden momenteel ondervraagd en een onderzoek is ingesteld. Ik weet niet wanneer ze zullen worden vrijgelaten”, voegde hij daaraan toe. De Iraanse staatszender al-Alam meldde dat de bemanningsleden hadden „toegegeven dat ze een vergissing hadden gemaakt.”
Het Britse ministerie van Defensie bevestigde maandag dat het commando het contact heeft verloren met drie patrouilleboten in de regio Shatt al-Arab. Een zegsman van de Britse marine deed het incident af als niet erg belangwekkend. De drie boten lijken per ongeluk van koers te zijn geraakt en mogelijk in Iran te zijn beland. De Britse strijdkrachten kenschetsen de contacten tussen Britten en Iraniërs in het grensgebied in Zuid-Irak doorgaans als vriendschappelijk.
Het incident van maandag moet worden gezien als het ernstigste voorval sinds de Amerikaans-Britse inval in Irak meer dan een jaar geleden. Het komt bovendien op een uiterst ongelukkig moment. De spanningen tussen Londen en Teheran zijn de afgelopen maanden snel opgelopen. De Britse regering is een van de drijvende krachten achter de scherpe veroordeling door het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) aan het adres van Teheran, dat onvoldoende openheid zou verschaffen over zijn nucleaire programma.
Tegelijkertijd heeft het optreden van troepen van de coalitie in Irak kwaad bloed gezet in Iran. Het betreden van sjiitsche heiligdommen is menig Iraniër in het verkeerde keelgat geschoten. Ook de mishandeling van Iraakse gevangenen door Amerikanen en mogelijk ook Britten heeft geleid tot grote woede in Iran. Betogers in Teheran namen als vergelding de Britse ambassade op de korrel. Bij sommige protesten bekogelden demonstranten de diplomatieke missie met stenen en zelfgemaakte bommen.
De juridische afwikkeling van het martelen van Iraakse gevangenen door Amerikaanse militairen draait inmiddels op volle toeren. Maandag had in Bagdad de eerste voorbereidende hoorzitting plaats in de aanloop naar een krijgsraad tegen drie vermeende folteraars, Charles Graner Jr., Javal Davis en Ivan Frederick II. De zaak tegen de laatste werd verdaagd tot 24 juli.
Het drietal zegt tot hun daden te zijn aangezet door hogere militaire inlichtingenfunctionarissen, in de jacht naar informatie. Hun advocaten menen dat de drie als zondebok worden gebruikt. De raadslieden willen de onderste steen boven zien te krijgen en schroomden niet zelfs de hoogste bazen op te roepen voor een getuigenis.
De militaire rechter in de zaak, kolonel James Pohl, besloot maandag evenwel het verzoek van de advocaten van Graner en Davis -om de Amerikaanse president Bush en minister van Defensie Donald Rumsfeld op te roepen om te getuigen in het proces- af te wijzen. Wel mogen van de rechter diverse zeer hoge officieren worden gehoord. Onder de potentiële getuigen bevinden zich onder anderen Centcom-bevelhebber John Abizaid, die verantwoordelijk is voor alle Amerikaanse militairen in het gebied van de Hoorn van Afrika tot en met Afghanistan, en generaal Ricardo Sanchez, opperbevelhebber van de Amerikaanse strijdkrachten in Irak.
Verder bestempelde Pohl de omstreden Abu Ghraib-gevangenis, waar Iraakse gevangenen systematisch werden mishandeld, als ”plaats delict”. Dat betekent dat het complex vooralsnog niet, zoals Bush heeft voorgesteld, tegen de vlakte mag.
Het Amerikaanse leger heeft maandag bevestigd dat vier Amerikaanse militairen zijn omgekomen in de soennitische stad Ramadi in Irak. De omstandigheden rond de dood van de vier mariniers zijn nog onduidelijk. Op een videoband die het beeldpersbureau Associated Press Television News kreeg toegespeeld lagen de vier doden in uniform op een ommuurd terrein. Eén lag weggezakt tegen een hoek van de muur. De militairen droegen geen kogelvrije vesten, die ze verplicht zijn te dragen als ze in gevaarlijke gebieden moeten zijn. Zeker één miste een laars. Ook lag er een rugzak geopend naast een van de lichamen, alsof de spullen van de doden waren geplunderd.