Terreur in Kabul moet Afghaanse regering laten wankelen
Het aantal aanslagen in de Afghaanse hoofdstad Kabul lijkt met de dag toe te nemen. Wat drijven taliban- en IS-strijders tot deze gruweldaden? De Amerikanen zitten hen elders in het land op de hielen.
Handgeschreven briefjes met daarop een telefoonnummer, de bloedgroep en een woon- en werkadres. Steeds meer inwoners van de Afghaanse hoofdstad Kabul dragen het bij zich, meldde de nieuwszender Al-Jazeera maandag. Voor het geval dat.
Vooral na de zware zelfmoordaanslag van zaterdag, waarbij terroristen gebruikmaakten van een ambulance volgestouwd met explosieven, zijn veel Kabuli’s ten einde raad. Want hun leven moet doorgaan, ook na zo’n aanslag. Kinderen worden de straat weer opgestuurd om naar school te gaan; mannen en vrouwen gaan naar hun werk.
„Als ik de deur achter me dichttrek, fluistert het in mijn hoofd: zal ik hier nog terugkomen?” zei de 20-jarige Fazila Shahedi tegen Al-Jazeera. Ze zegt twee briefjes met persoonlijke gegevens bij zich te hebben: één in haar portemonnee en één in haar jaszak. „Mocht ik gewond raken bij een aanslag, dan hebben hulpverleners mijn belangrijkste gegevens direct bij de hand.”
Voor sommige inwoners was het te laat om nog een briefje ter schrijven. Zo liepen maandag in boerka gehulde vrouwen in Kabul rond met een foto van hun kind dat niet terugkwam van school. Voorbijgangers werden aangeklampt met de vraag of ze even naar de foto wilden kijken, naar de gezichten van de jongens. Herkenden ze hen misschien?
Sinds de NAVO haar gevechtsmissie Enduring Freedom eind 2014 beëindigde, is de Afghaanse hoofdstad er niet veiliger op geworden. In de twee jaar die volgden op het vertrek nam het aantal aanslagen er toe met bijna 70 procent. Vorig jaar had de stad van 5 miljoen inwoners meer dan 20 zware aanslagen te verduren, waarbij ruim 500 doden waren te betreuren.
De terreurdaden worden steevast opgeëist door de taliban en door een nieuwkomer in Afghanistan: Islamitische Staat (IS), dat onder de naam Islamitische Staat Khoarasan Provincie (ISKP) een plek opeist op het Afghaanse krachtenveld van terreurnetwerken. Bekend is dat de taliban in Kabul een ondergronds netwerk van zelfmoordenaars hebben en ook de ISKP heeft zich in de hoofdstad genesteld.
Wat er aan verschrikkelijks in Kabul gebeurt, is ook deels te verklaren uit wat elders in het land plaatsvindt.
Operatie Gekarteld Mes
Zo mag de NAVO met haar ISAF-troepen zijn gestopt in 2014, vanaf 2015 ging de NAVO-operatie Resolute Support wél verder, met aanzienlijk minder troepen en een beperkter mandaat. De nadruk lag voortaan op training en advisering van het Afghaanse leger en de politie. Alleen de Amerikanen bleven betrokken bij gevechtshandelingen, maar ook die moesten in eerste instantie door de Afghanen zelf worden uitgevoerd.
Na zijn aantreden als president maakte Donald Trump vorig jaar een fikse ommezwaai. Amerikaanse troepen moesten in Afghanistan weer volop aan de bak als aanvallende partij. Onder de naam Operation Jagged Knife (Gekarteld Mes) begonnen ze een keihard offensief tegen wat de VS zien als de achilleshiel van de taliban: de 400 à 500 opiumfabrieken in het land. Die gelden als de belangrijkste financieringsbron van de taliban, jaarlijks goed voor een slordige 200 miljoen dollar aan inkomsten. Daarvan wordt meer dan de helft besteed aan de aanschaf van wapens, het betalen van strijders en het uitvoeren van aanvalsoperaties.
Trumps Afghanistanbeleid zorgde voor enkele duizenden manschappen extra: de troepenomvang steeg van 8400 naar 14.000 man. Die werden naar het front gestuurd met de opdracht de taliban „echt pijn te doen.” Nog belangrijker was de inzet van bommenwerpers (met name B-52’s), gevechtstoestellen en drones. Die waren niet meer enkel bedoeld om troepen op de grond te verdedigen, maar vooral om aanvallen uit te voeren, opiumfabrieken te bombarderen. Vorig jaar werden meer dan 3900 bommen en raketten afgevuurd – drie keer zo veel als het jaar daarvoor.
De geweldsescalatie in Kabul wordt door sommige waarnemers gekoppeld aan deze geweldstoename aan Amerikaanse kant.
Naar de steden
Door de Amerikaanse overmacht van bommenwerpers en drones zouden taliban- en IS-strijders zich op het platteland steeds onveiliger voelen en hebben ze hun werkterrein verschoven naar de steden, waar bommenwerpers minder effectief zijn vanwege de vele mensen die er wonen.
De terreurgroepen hebben daar niet zozeer gebiedsuitbreiding als doel, als wel het ondermijnen van de geloofwaardigheid van de centrale regering. En die ondermijn je door dood en verderf te zaaien, zodat burgers zich vertwijfeld gaan afvragen of „deze regering” nog wel in staat is om hen te beschermen.
Het is voor Trump en zijn bondgenoten in Kabul te hopen dat díé vraag uitblijft en dat Kabuli’s zich beperken tot het bij zich dragen van identiteitspapiertjes – hoe treurig ook dát is.