Buitenland

Vrees voor langdurige strijd in Afrin

Net toen iedereen dacht dat de oorlog in Syrië ten einde liep, viel Turkije afgelopen weekend de Noord-Syrische regio Afrin binnen. Wat beweegt president Erdogan en waarom lijkt de internationale gemeenschap, althans voorlopig, de andere kant op te kijken?

26 January 2018 19:11Gewijzigd op 16 November 2020 12:29
Inwoners van Afrin treuren om hun doden die vielen door het Turkse geweld. Joost Jongerden vreest voor een langdurige oorlog met veel burgerslachtoffers. beeld AFP, George Ourfalian
Inwoners van Afrin treuren om hun doden die vielen door het Turkse geweld. Joost Jongerden vreest voor een langdurige oorlog met veel burgerslachtoffers. beeld AFP, George Ourfalian

Het zou best eens een langdurige strijd kunnen worden, vreest Joost Jongerden, verbonden aan de Wageningen University en gespecialiseerd in de Koerdische kwestie.

Wat voor soort regio is Afrin?

„Een Koerdische enclave in Noordwest-Syrië, geïsoleerd van andere overwegend Koerdische gebieden in het noorden van het land. Voor de oorlog leefden er zo’n 200.000 mensen. Het lukte de militie YPG om Afrin buiten de oorlog te houden. De regio ving naar schatting meer dan 300.000 vluchtelingen op. Het werkelijke inwonertal ligt nu dus veel hoger.

Hoewel het gebied overwegend door Koerden wordt bewoond, leven er ook Arabieren en Turkmenen en is het religieus divers met alevieten, soennieten, christenen en jezidi’s. Het zijn de enige gebieden in Syrië waar geen sektarische politiek wordt gevoerd. Wrang is dat, nu de strijd in Syrië vrijwel afgelopen leek, Afrin alsnog oorlogsgebied wordt nadat Turkije de zuidgrens overstak.”

Waarom deed Turkije dat?

„Niet uit zelfverdediging, zoals de officiële Turkse verklaring luidt. Een belangrijke reden is dat de Turkse president Erdogan de afgelopen jaren telkens weer crises creëert, waarin hij zichzelf positioneert als de beschermer van het vaderland. Telkens als er iets van oppositie opkomt, tracht hij middels een crisis de nationalistische stem te mobiliseren. Het invallen van Afrin past in het plaatje van eerdere crises. Turkije schaart zich weer eensgezind achter de grote leider, en de Koerden in Syrië betalen de prijs. Daarnaast wil Turkije een stevige voet aan de grond in Syrië, om zo en stem te hebben over de toekomst van het land.”

Waarom?

„In Turkije is sprake van een Koerdenfobie. Politieke leiders in Turkije menen dat het bestaan van Koerden de nationale eenheid ondermijnt. Maar de aanwezigheid van Koerden is niet zozeer een veiligheidsprobleem dat je met militaire middelen oplost, maar een politiek vraagstuk. Tot 2005 voerde Turkije vredesbesprekingen met de PKK, om de Koerdische kwestie in Turkije op te lossen. De gesprekken zijn door Turkije abrupt afgebroken, en in plaats van een democratisering van Turkije kiest Erdogan weer voor een militarisering van de Koerdische kwestie. De oorlog tegen de Koerden in Syrië kan hier niet los van worden gezien.”

Zijn de verkiezingen de enige reden voor de Turkse agressie?

„De directe aanleiding voor de inval was de onhandige aankondiging van Amerika om grenswachten –voornamelijk Syrische Koerden– te gaan trainen. Nu IS zo goed als verslagen lijkt en er wordt gesproken over de toekomst van Syrië geeft Turkije een belangrijk signaal af. Het land wil pertinent niet dat de Syrische Democratische Strijdkrachten, de SDF, die grote delen van Syrië controleren, onderhandelingspartner worden. Turkije wil die gebieden destabiliseren en zelf bij de gesprekken aanschuiven en een graantje meepikken.”

Wat verrast u aan de inval?

„De hypocriete opstelling van de internationale gemeenschap. Die zei niet: „Turkije, je overschrijdt een rode lijn. Stop ermee.” Maar: „Hou het beperkt. Ontzie vooral de burgers.” Dat is heel merkwaardig. Turkije voert geen verdedigingsoorlog, maar valt aan. Vanaf grote hoogte bombardeert het intensief een dichtbevolkt gebied. Het is onmogelijk burgers níét te raken. Tegelijk impliceert die reactie dat Turkije tegenover de SDF zijn gang kan gaan. Uiterst vreemd, want dat is een bondgenoot in de strijd tegen IS.”

Waarom kijkt de internationale gemeenschap ogenschijnlijk de andere kant op?

„Rusland helpt Turkije een handje om Amerika de voet dwars te zetten. Omdat de Amerikanen niet zelf in Afrin zitten, houdt Washington zich voorlopig afzijdig. Maar als de strijd zich daar gaat verhevigen, kan het strategische belang van Afrin toenemen en de houding van de VS veranderen.

De internationale gemeenschap knijpt nu nog een oogje toe. Maar de druk op Turkije zal toenemen als de oorlog langer duurt en er meer burgerslachtoffers vallen.”

Kan Turkije Afrin veroveren?

„Dat betwijfel ik sterk. Het Turkse leger is door de couppoging in juli 2016 ernstig verzwakt. De Koerden daarentegen zijn gehard door hun jarenlange strijd tegen IS en uitermate gemotiveerd. Zij vechten door, desnoods tot het bittere eind.”

Wat kunnen we de komende dagen en weken verwachten?

„Het wordt geen korte militaire interventie, maar een conflict dat kan escaleren. De burgerbevolking wordt het slachtoffer. Verder verwacht ik oplopende spanningen tussen Turkije en Amerika. De laatste zal ook met lede ogen toezien dat het conflict afleidt van de strijd tegen IS.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer