„48 miljoen kinderen afhankelijk van noodhulp”
Dit jaar is 2,9 miljard euro nodig om levensreddende humanitaire hulp te bieden aan 48 miljoen kinderen in nood. Het gaat om kinderen die het slachtoffer zijn van conflicten, natuurrampen en andere noodsituaties in 51 landen. Dat zegt UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties, in een rapport.
Bijna één op de vier kinderen woont in een land dat is getroffen door een conflict of ramp. „2017 was een verwoestend jaar voor kinderen, en 2018 geeft helaas weinig reden tot optimisme”, zegt Sasja Bökkerink van UNICEF Nederland. „Kinderen kunnen niet wachten tot oorlogen worden beëindigd. Tenzij de internationale gemeenschap dringende maatregelen neemt om het geweld te stoppen en deze kinderen levensreddende hulp te bieden, ziet hun toekomst er somber uit.”
Voortslepende crises zoals in Jemen, Syrië, Zuid-Soedan en de Democratische Republiek Congo zijn een bedreiging voor miljoenen meisjes en jongens. Verspreiding van ziektes door het drinken van vervuild water zijn nog het grootste gevaar, zegt UNICEF. „117 miljoen mensen die in noodsituaties leven, hebben geen toegang tot schoon water. In veel landen sterven meer kinderen aan ziektes veroorzaakt door vervuild water en slechte sanitaire voorzieningen dan aan direct geweld”, zegt Manuel Fontaine, directeur noodhulpprogramma’s van UNICEF.
UNICEF hoopt met partners en de steun van donoren 35,7 miljoen mensen toegang te bieden tot schoon water en sanitaire- en hygiënische voorzieningen; 8,9 miljoen kinderen te helpen met basisonderwijs; 10 miljoen kinderen te vaccineren tegen mazelen; psychosociale ondersteuning te geven aan meer dan 3,9 miljoen kinderen en 4,2 miljoen kinderen met acute ondervoeding te behandelen. Ook wil het fonds één miljard euro uittrekken om 6,9 miljoen Syrische kinderen te helpen.