Buitenland

Congo heeft een wet, maar die geldt niet voor iedereen

Het slepende conflict tussen regering en oppositie in Congo baarde één van de ergste humanitaire crises ter wereld. Burgers gaan zondag opnieuw de staat op uit onvrede met een regime dat „ongevoelig is voor de noodkreten van een lijdende bevolking.”

Mark Wallet
19 January 2018 20:13Gewijzigd op 16 November 2020 12:26
Congolezen in Zuid-Afrika voegden zich donderdag bij de protesten in hun thuisland tegen president Joseph Kabila. beeld AFP, Wikus de Wet
Congolezen in Zuid-Afrika voegden zich donderdag bij de protesten in hun thuisland tegen president Joseph Kabila. beeld AFP, Wikus de Wet

Op internet dook donderdag een oude bekende in de Congolese rebellenwereld op: de gedeserteerde kolonel John Tshibangu. Omringd door gewapende strijdmakkers in militaire uniformen richt hij zich in een filmpje in drie talen tot de Congolese bevolking. „Vandaag verschijn ik weer om te zeggen dat ik met jullie ben! En dat ik M. Kabila 45 dagen geef.” M. Kabila dat is president Joseph Kabila, van wie hij excuses eist aan het volk en de kerk voor zijn gedragingen.

In 2012 bracht de gewezen kolonel al eens een militie op de been met als doel Kabila uit het pluche te wippen. De inzet was toen de installatie van Etienne Tshisekedi, een charismatisch politicus die tot zijn dood op 1 februari 2017 het boegbeeld van de Congolese oppositie was. Nu laat Tshibangu zich niet uit over de opvolging van Kabila, maar kondigt hij enkel een staatsgreep „met geweld” aan.

De steun onder de bevolking voor dat plan is sinds zijn vorige actie onmiskenbaar toegenomen. Het feit dat president Kabila al sinds december 2016 in de verlenging speelt, heeft veel kwaad bloed gezet. De Congolese grondwet stelt dat een president na twee termijnen van vijf jaar moet aftreden, maar dat lijkt niet voor Kabila te gelden. Hij heeft verkiezingen voor zijn positie al twee keer weten uit te stellen, tot december 2018.

De onlusten begonnen toen het regime in 2016 aankondigde dat er geen verkiezingen zouden komen. Duizenden demonstranten gingen de straat op en eisten een eerlijke stembusgang en het aftreden van Kabila. Een akkoord dat eind december tot stand kwam na bemiddeling door de in Congo invloedrijke Rooms-Katholieke Kerk leek even voor wat ontspanning te zorgen. Er was een nieuwe verkiezingsdatum geprikt, december 2017, en de oppositie zou direct al posities in de regering krijgen.

De naleving ervan liet echter te wensen over. Politieke tegenstanders belandden achter de tralies; demonstraties hardhandig werden neergeslagen. Harde repressie van een opstand in de regio Kasaï kostte volgens cijfers van de Rooms Katholieke Kerk aan meer dan 3300 mensen het leven.

De officiële politieke partijen weten de onvrede tegen Kabila intussen steeds moeilijker te kanaliseren. De politieke oppositie is weliswaar verenigd in een platform, maar is na de dood van Tshisekedi sterk verzwakt en verliest de band met de bevolking. In dat gat springen allerlei milities, zoals die van rebellenleider Tshibangu. De situatie is nu dat er in ten minste tien provincies sprake is van geweld, als gevolg waarvan zo’n 1,7 miljoen inwoners op de vlucht zijn geslagen. Voor miljoenen mensen dreigt er bovendien honger.

De humanitaire toestand in Congo is inmiddels zo ernstig dat de Verenigde Naties die eind vorig jaar schaarde onder „de meest complexe en uitdagende humanitaire noodsituaties” ter wereld. Het is een kwalificatie die het land enkel deelt met Syrië, Irak en Jemen. Een kentering lijkt er bovendien nog niet in te zitten, integendeel. „De situatie in Congo wordt met de dag instabieler”, stelt een vorige week verschenen rapport van het Instituut voor Veiligheidsstudies (ISS).

De kerken proberen te midden van de chaos het verzet in goede banen te leiden. De Rooms-Katholieke Kerk is daarbij de meest uitgesproken criticus van het regime. De rooms-katholieke actiegroep Comité Laïc de Coordination (CLC) roept burgers op zondag opnieuw vreedzaam de straat op te gaan, uit protest tegen de „arrogantie, achteloosheid en koppigheid” van het regime. In een vlammende brief stellen de organisatoren dat de bevolking er nu voor kiest „nooit meer respijt te geven aan de dictatuur.”

De beweging CLC is officieel verbonden met het aartsbisdom van Kinshasa en draagt daarmee de goedkeuring van de kerkleiding. Op oudejaarsdag 2017 gingen ook al duizenden katholieken onder leiding van het CLC de straat op, wat toen leidde tot een bloedige tegenactie van de autoriteiten. Daarbij kwamen volgens de oppositie zeven mensen om het leven.

Maar ook uit protestantse hoek klinken steeds vaker kritische geluiden, zoals deze week nog tijdens een officiële herdenkingsdienst ter nagedachtenis van de moord op president Laurent-Desiré Kabila, de vader van de huidige president. De protestantse voorganger in die dienst, ds. David Ekofo, hekelde ten overstaan van tal van hoogwaardigheidsbekleders nadrukkelijk het ontbreken van gezag en gerechtigheid in Congo.

„We willen aan onze kinderen een land achterlaten waarin de staat werkelijk bestaat, een verantwoordelijke staat, waarin alle mensen gelijk zijn voor de wet”, zei hij onder meer. „Maar ik heb de indruk dat die staat niet echt bestaat (…) De tendens in Congo is om te zeggen: de wet is er, maar ik sta boven de wet, want ik ben…”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer