Kazachs platteland is val Sovjet-Unie niet te boven
De val van de Sovjet-Unie betekende voor Kazachstan een enorme economische klap. Veel fabrieken gingen failliet en mensen werden werkloos. Het platteland is de klap na al die jaren nog steeds niet te boven.
Vier uur rijden over de nieuwe, door China gefinancierde snelweg vanaf de grote stad Almaty ligt Koktal.
De weg naar het dorpje in het oosten van Kazachstan, vlak aan de Chinese grens, is lang en eentonig. Onderweg valt er niks te beleven. Eindeloze steppen trekken langzaam voorbij.
De naam Koktal heeft het dorp te danken aan de oase die het ooit was en betekent letterlijk groene bomen.
Hoewel Koktal zich in een uithoek van de voormalige Sovjet-Unie, bevond moest ook hier geproduceerd worden voor Moskou. In de jaren zestig werd de hele omgeving omgebouwd tot landbouwgrond om de voedseltekorten te verminderen. De staat legde gemeenschappelijke boerderijen (kolchozen) aan, en bouwde een enorme fabriek die mais verwerkte. Dat leverde in het hoogseizoen werkgelegenheid op voor meer dan duizend mensen.
Schildpadden
De bouw van de fabriek bracht grote veranderingen mee voor de natuur, vertelt een oude inwoner die vroeger leraar was. „Voor de komst van de fabriek was de natuur hier voortreffelijk. Er leefden slangen, kikkers, schildpadden en allerlei andere dieren. In de rivier zwommen vissen.”
Het leven in het dorp ging draaien om ”koekoeroeza”, oftewel mais, vertelt de onderwijzer. „De steppen werden omgetoverd tot maisvelden. Daar waar de hazen renden, bevonden zich nu vaak lege velden. De wind kreeg vrijspel en blies de vruchtbare bovenlaag richting het dorp. Droge stofwolken zorgden ervoor dat het dorp verdorde. Met vliegtuigen die water sproeiden probeerden de Sovjets dit tegen te gaan, maar het baatte niet. Als het nu waait, zijn er altijd stofwolken.”
Koktal was het centrum van de regio. Om Koktal heen lagen verschillende kolchozen. De dorpjes heten nu nog steeds ”eerste boerderij”, ”tweede boerderij”, enzovoorts. „Er was werk, er was eten, al stond je wel de hele dag in de rij om bijvoorbeeld brood te kopen. Mijn broertje stond drie plekken voor mij, en mijn oom drie plekken achter mij. Zo konden we aan meer brood komen dan de toegestane twee broden per gezin”, vertelt Alya, wiens ouders werkten in de fabriek.
Echte welvaart bracht het niet. „In die tijd konden we niet sparen. We mochten niet meer dan twee koeien, tien kippen en drie geiten houden per huishouden. En als we een huis wilden bouwen, dan kregen we wel beton, en stenen, maar dat was amper genoeg. Als we nu terugkijken gaf Moskou te weinig terug aan Kazachstan”, aldus de leraar.
Tegenwoordig is de omgeving vergane glorie. De maisfabriek staat eenzaam en leeg te verroesten. Iemand kocht het pand op tijdens de privatisering in de jaren negentig. Maar tegen de westerse landbouwmethodes viel niet te concurreren. Die deden alles tegelijk wat oorspronkelijk in de fabriek gebeurde. Faillissement was het gevolg. Enorme loodsen staan leeg, het terrein ligt bezaaid met asbestplaten die van het dak zijn afgewaaid. Niemand kijkt er meer naar om. Ja, één klein deel is nog in gebruik; dat dient als opslag voor bouwprojecten in de buurt. Veel werkgelegenheid levert het niet op.
Vervelen
Inwoners ervaren het leven in het dorp als zwaar. „We kunnen rondkomen, maar er is geen werk. De jeugd moet naar de stad om werk te vinden. Mijn zoon werkt in Almaty, mijn dochter in Astana. Vroeger was er werk. Er was zelfs een slipperfabriek. Toen was alles goed”, aldus tante Raisa.
Op een willekeurige maandagmiddag lopen er dronken mannen op straat in Koktal. Ze werkten vroeger in de fabriek vroeger. Nu staan ze zich een beetje te vervelen. De meeste mensen van die generatie waren niet gewend om te investeren, om risico’s te nemen. De Sovjetregering drukte eigen initiatief de kop in. Een taxichauffeur begrijpt het en zegt: „Hoe bedoel je geen werk? Als je geen werk hebt, moet je niet thuis op de bank gaan zitten. Dan moet je werk zoeken. In plaats daarvan grijpen de mensen naar de fles. Of leven van oma’s pensioen.”
Toch is er hoop. De nieuwe Zijderoute zorgt voor nieuwe kansen. Volodja investeerde in een vrachtwagen en rijdt nu van China naar Oezbekistan. „Het is erg lastig om werk te vinden en genoeg te verdienen om een gezin te onderhouden. Ik wil mijn dochters naar de universiteit sturen, maar ik heb daar nu nog geen geld voor.”
Langzaam maar zeker groeit de economie in de regio. Op weg naar betere tijden.