„Pas op met rauw vlees voor hond en kat”
Huishoudens met kinderen, zieken, senioren en vrouwen die in verwachting zijn, kunnen hun huisdieren beter geen rauw vlees geven als hart en pens, ook niet als dat ingevroren is geweest. Dat zegt Paul Overgaauw, dierenarts-microbioloog aan de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht, naar aanleiding van eigen onderzoek dat zaterdag wordt gepubliceerd.
Ook andere mensen moeten oppassen met dergelijk diervoeder en er zo hygiënisch mogelijk mee omspringen. Samen met gezondheidsinstituut RIVM in Bilthoven stelde Overgaauw vast dat ook in ons land rauwvleesproducten bacteriën en parasieten (kunnen) bevatten als salmonella, listeria, (antibiotica-resistente) E. coli, sarcocystis en toxoplasma gondii.
De dieren kunnen op dit gebied zelf nog wel een stootje hebben (uitzonderingen daargelaten), maar ze kunnen er wel mee worden besmet en de bacteriën en parasieten doorgeven aan mensen, tijdens lichamelijke contacten als likken en aaien. Wie zeker van zijn zaak wil zijn, geeft hond of kat gewoon blikvoer of droge brokken, licht Overgaauw toe.
„We onderzochten 35 rauwvleesproducten van acht verschillende merken. Resultaat van ons onderzoek was dat 23 procent van de producten besmet was met E coli O157. Deze bacterie kan nierfalen bij mensen veroorzaken. Daarnaast was 80 procent van de producten van zeven merken besmet met antibiotica-resistente E. coli. Verder vonden we verschillende listeriabacteriën in meer dan de helft van de producten. Tenslotte was 20 procent besmet met salmonella, 23 procent met sarcocystis en 6 procent met toxoplasma gondii”, meldt hij op de site van de faculteit.
Toxoplasma kan gevaarlijk zijn voor ongeboren kinderen. Salmonella kan organen aantasten. In de meeste gevallen veroorzaken genoemde bacteriën en parasieten maag- en darmklachten. Overgaauw vindt het lastig iets te zeggen over aantallen menselijke slachtoffers. „Niet iedereen met darmklachten gaat naar de huisarts, maar ook de dokter zal de relatie met diervoeder niet meteen leggen.”