Einde oorlog is slechts begin van vrede in Colombia
Een jaar geleden kwam er een einde aan 52 jaar oorlog tussen het Colombiaanse regeringsleger en de rebellenbeweging FARC. Het Colombiaanse Congres stemde in met het akkoord. Maar de uitvoering van de afspraken verloopt moeizaam. Door de aanwezigheid van andere gewapende groepen is de vrede in grote delen van het land nog altijd ver weg.
Een desillusie, zo vat Pedro Valenzuela het verloop van het Colombiaanse vredesproces tot nu toe samen. „En dan heb ik het niet over de FARC, want die beweging heeft de wapens neergelegd en het geweld afgezworen. Maar bij de meeste Colombiaanse politici ontbreekt de wil om de akkoorden uit te voeren. Zij beschouwen de afgesproken democratische en economische hervormingen als een directe aanval op hun privileges.”
De Colombiaanse hoogleraar conflictstudies aan de Javeriana Universiteit in Bogota had aanvankelijk hoge verwachtingen van het vredesproces, vertelt hij in zijn werkkamer in de Colombiaanse hoofdstad. Sinds tientallen jaren onderzoekt Valenzuela vredesprocessen over de hele wereld. Ook de onderhandelingen met de marxistische guerrillabeweging FARC volgde hij op de voet. „Ik was overtuigd van de potentie van Colombia om deze oorlog na ruim vijftig jaar eindelijk af te sluiten.”
Het vredesverdrag is de uitkomst van vier jaar onderhandelen in de Cubaanse hoofdstad Havana tussen de guerrilla en de Colombiaanse regering. De overeenkomst voorziet in de ontwapening van de guerrillabeweging en haar omvorming tot politieke partij. Maar ook in een herverdeling van landbouwgrond, de inwisseling van coca voor andere gewassen en de oprichting van een vredestribunaal om ex-strijders en andere betrokkenen bij oorlogsmisdaden te berechten. Een periode van 52 jaar oorlog, met 220.000 doden en 60.000 vermisten tot gevolg, kon eindelijk worden afgesloten.
„Maar die hoop vervloog toen ik constateerde hoe de Colombiaanse politieke elite zijn macht inzet om het vredesproces tegen te werken”, zegt Valenzuela. „De afwijzing van het vredesverdrag bij het referendum was het eerste teken aan de wand. Het nee van het volk was vooral gebaseerd op een campagne vol foutieve informatie, verspreid door de partij van oud-president Uribe, de grootste tegenstander van het akkoord.”
„Juist in die politieke tegenwerking zie ik een grote bedreiging van het vredesproces”, zegt Valenzuela. „Voor de uitvoering van de 67 projecten uit het akkoord nam het Congres recent eindelijk een tiental wetten aan. Via officiële procedures zal de uitvoering van de afspraken eindeloos worden vertraagd.”
Geen enkel belang
Zo is het onwaarschijnlijk dat het herverdelen en registreren van landeigendom –waarbij de Nederlandse overheid steun heeft toegezegd– er ooit zal komen. „De rurale elite van Colombia is traditioneel sterk oververtegenwoordigd in de politiek. Zij heeft geen enkel belang bij een meer gelijke verdeling van het land.”
Een ander probleem is de blijvende of nieuwe aanwezigheid van gewapende groepen in het land. Die variëren van de rebellengroep ELN tot paramilitaire bewegingen en criminele bendes die zich bezighouden met illegale economieën als drugshandel en illegale mijnbouw. „Deze groepen controleren bepaalde gebieden en zijn meestal verbonden met de lokale politieke macht.”
Slachtoffers zijn de sociale bewegingen die strijden voor de uitvoering van de vredesakkoorden. Want hoewel het aantal doden en ontheemden sinds het staakt-het-vuren met de FARC sterk is gedaald, nam het aantal vermoorde gemeenschapsleiders en mensenrechtenactivisten juist toe. In 2016 waren dat er 116, afgelopen jaar telde de niet-gouvernementele organisatie Indepaz in Bogota 132 moorden op activisten.
Gevaarlijke ontwikkeling
Dat is een gevaarlijke ontwikkeling, vindt Valenzuela. „We moeten inzien dat de hervormingen –zoals voorgesteld in het akkoord– botsen met de belangen van lokale machthebbers. Hier zien we dezelfde dynamiek van geweld als in de jaren tachtig, toen de oprichting van de politieke partij van de FARC, de linkse Union Patriotica, in de kiem werd gesmoord met de moord op alle partijleden. Nu zal die repressie veel subtieler zijn, maar ze is er wel.”
Dat geeft iets weer van de politieke cultuur van in het land, zegt Valenzuela. „Colombia is traditioneel een conservatief land, met weinig tot geen tolerantie voor andersdenkenden. Democratische principes als stemrecht, het recht om te protesteren en politieke participatie zijn nauwelijks verankerd in onze maatschappij. Bovendien beschouwen veel mensen geweld als een geoorloofd middel.”
Een derde bedreiging is de vertraagde re-integratie van ontwapende FARC-soldaten in de 26 transitiezones in het land. Zo luidde VN-waarnemer Jean Arnault recent de noodklok over de situatie in de kampen, waar ex-soldaten door falende bureaucratie geen toegang hebben tot overheidsvoorzieningen of gezondheidszorg. Ook komen de beloofde werkverschaffingsprojecten niet van de grond. Volgens Arnault heeft 55 procent van de 8000 ex-soldaten de kampen reeds verlaten.
Onvrede
„De vertraagde re-integratie van ex-soldaten leidt tot onvrede over het vredesproces”, merkt Valenzuela op. „We zien nu al dat leden deserteren en dat sommigen zich aansluiten bij dissidente FARC-groepen of andere gewapende bendes.”
Zijn er dan helemaal geen lichtpuntjes in het Colombiaanse vredesproces? „Ik zal de laatste zijn om het belang van het einde van de oorlog te minimaliseren. Het geweld is enorm afgenomen. Dat is een grote vooruitgang. Maar dit betekent niet dat er vrede in Colombia is. Voor werkelijke vrede zullen er structurele veranderingen moeten komen op diverse gebieden. Nu nog heeft een groot deel van de bevolking slechts een beperkte inbreng. Bovendien is er nog veel onrecht en een extreme sociale ongelijkheid. Mijn hoop is gevestigd op de alternatieve krachten van boeren, inheemsen, vrouwen, en organisaties. Zij slaagden er ondanks de oorlog in om hun bewegingen van de grond te krijgen en bij te dragen aan het vasthouden van de vrede.
Maar ook de politieke elites moeten bereidheid tonen om democratische veranderingen te implementeren. Veel zal daarbij afhangen van de verkiezingen in mei. Het grootste gevaar is dat de kandidaat van oud-president Uribe wint. Dat zou een grote klap voor het vredesproces betekenen. Mijn hoop is dat de politieke partijen van diegenen die het vredesproces steunen toch een meerderheid zullen halen. Hoe dan ook zal het nog lang duren voordat we in Colombia de erfenissen van de oorlog kunnen verwerken. Het beëindigen van de strijd is daarbij slechts een begin.”