Aanval al-Qaida werd verwacht in de Golf
Vòòr 11 september 2001 gingen de Amerikaanse inlichtingendiensten en strijdkrachten er van uit dat een aanslag van al-Qaida in het gebied rond de Perzische Golf zou plaatsvinden. Dat zei generaal Richard Myers donderdag in Washington.
De hoogste militair in de Verenigde Staten zei tijdens een hoorzitting van een onafhankelijke commissie die onderzoek doet naar de aanslagen van 11 september 2001, dat al-Qaida en andere extremisten nog steeds de overhand hebben op de supermacht omdat ze klein en flexibel zijn.
„Er werd een significante toename van terroristische dreigingen gemeld tijdens het late voorjaar en de zomer van 2001 die er op wezen dat er een grote actie van al-Qaida aan stond te komen”, zei Myers. In zoverre ze specifiek waren, ging het om acties op het Arabische schiereiland.
Volgens de generaal hebben de extremisten op de korte termijn nog een „onmiskenbaar voordeel” in de strijd. „Een klein aantal mensen met goedkope wapens en materieel kan aanvallen plannen en een tijd kiezen. Ze zijn flexibel, soepel en geduldig en ze moeten slechts nu en dan slagen.”
De taak van de Amerikanen is daarentegen volgens Myers „enorm”. „We moeten het land en daarbuiten de hele tijd verdedigen en kunnen ons geen enkel falen veroorloven.” Myers maakte zijn opmerkingen op de laatste dag van de openbare hoorzittingen van de commissie die het rapport op 28 juli aan president Bush zal overhandigen.