EU-landen verdeeld over opvolging Commissievoorzitter
Wie wordt de opvolger van Prodi? Binnen de EU heerst verdeeldheid rond de benoeming van de voorzitter van de nieuwe Europese Commissie. Een reeks van kandidaten dient zich aan.
De regeringsleiders van de 25 lidstaten zijn vanaf donderdagmiddag voor een top bijeen in Brussel. Vrijdag willen zij een akkoord bereiken over de beoogde grondwet. Vanavond, tijdens het diner, proberen zij een beslissing te nemen over de invulling van de hoogste post binnen de te formeren Commissie, die op 1 november haar werkzaamheden aanvangt.
De betrokken instelling fungeert als dagelijks bestuur van de Unie. Zij vervaardigt voorstellen voor wetgeving, ziet toe op de naleving van verdragen en regels en oefent bevoegdheden uit bij de uitvoering van gemeenschappelijk beleid.
Unanimiteit hoeft deze keer niet, in afwijking van het voorschrift in het verleden. Het thans geldende Verdrag van Nice bepaalt dat de benoeming voortaan kan plaatshebben met een gekwalificeerde meerderheid. Maar het is vrijwel ondenkbaar dat iemand deze belangrijke functie gaat vervullen tegen de zin van een van de toonaangevende landen. De onderhandelingen in dit verband spelen zich trouwens hoofdzakelijk af tussen alleen die ’grote jongens’.
Prodi behoort in ieder geval niet tot de kanshebbers. De aimabele Italiaan dingt niet naar een tweede termijn. De commentaren op zijn optreden in de achterliggende ambtsperiode van vijf jaar pakken in het algemeen weinig positief uit. Hij maakte geen sterke indruk. Vooral zijn presentatie -vaak mompelend achter de microfoon- was ronduit zwak. Hij keert terug naar zijn geboorteland en zal daar bij de volgende parlementsverkiezingen waarschijnlijk de strijd aanbinden met zijn conservatieve rivaal Berlusconi.
Een uitgesproken favoriet in de discussie over de opvolging ontbreekt. Of het moet de Luxemburgse premier Juncker (49) zijn. Die beschikt over veel krediet, zeker na het goede resultaat bij de stembusgang van afgelopen zondag. Verder voldoet hij aan de eis van de christen-democraten in het Europees Parlement -die binnen dat orgaan de voornaamste fractie vormen- dat de nieuwe voorzitter iemand dient te zijn van hun politieke kleur.
Juncker zelf heeft echter voortdurend verklaard dat hij niet beschikbaar is, omdat hij zijn werk aan het thuisfront wenst af te maken. Ook bij een dringend beroep op hem lijkt hij niet te vermurwen tot een overstap naar Brussel. Hij vertelde woensdag dat hij veel telefoontjes krijgt uit Europa. „De druk is enorm, maar ik blijf nee zeggen”, liet hij gedecideerd weten. Daaraan voegde hij toe dat hij een belofte aan het electoraat altijd nakomt, ofwel: „Ik wil geen leugenaar zijn.”
Volgens sommige bronnen zal de Ierse premier Ahern, die tot 1 juli het EU-voorzitterschap bekleedt, donderdagavond in eerste instantie voorstellen zijn Belgische liberale collega Verhofstadt (51) te verkiezen. Die staat bovenaan op het verlanglijstje van Duitsland en Frankrijk. Hij toonde zich vorig jaar bij het geschil in de kwestie Irak een trouwe bondgenoot van deze twee naties en keerde zich evenals zij tegen de Amerikanen.
Die opstelling en zijn federalistische opvattingen over Europa, gericht dus op een vergaande eenwording, maken hem voor het Verenigd Koninkrijk juist onacceptabel. „Wij zullen zijn kandidatuur niet steunen”, verklaarde woensdag een hoge Britse diplomaat klip en klaar. Italië, Polen en de Scandinavische landen denken er net eender over. Het roept herinneringen op aan tien jaar geleden, toen Blairs voorganger Major met betrekking tot een andere Belg, Dehaene, eveneens een veto uitsprak in een beraad over de aanwijzing van de Commissievoorzitter.
Tal van andere namen circuleerden er de afgelopen maanden en dagen. Een opsomming ervan, in willekeurige volgorde: de zittende premiers Rasmussen van Denemarken, Ahern van Ierland en Schüssel van Oostenrijk, de oud-premiers Dehaene van België en Lipponen van Finland, de eurocommissarissen Vitorino uit Portugal, Patten uit Groot-Brittannië en Fischler uit Oostenrijk, de vertegenwoordiger van de EU op buitenlands terrein Solana uit Spanje, de ex-voorzitter van het Europees Parlement Cox uit Ierland en minister van Buitenlandse Zaken Barnier uit Frankrijk. Kortom, een omvangrijke groep gegadigden. Voorspellingen in dit stadium hebben weinig waarde. Prodi bevestigde woensdagmiddag op een persconferentie dat de zaak nog volledig openligt.
Al met al neemt de kans toe dat er meer tijd nodig blijkt te zijn om voldoende consensus te realiseren. Dat zou concreet betekenen: uitstel van het besluit tot volgende maand. Over enkele weken moet er dan een korte extra vergadering worden belegd, onder regie van Nederland, dat vanaf 1 juli binnen de EU de voorzittershamer hanteert. De uiteindelijke benoeming vereist de goedkeuring van het Europees Parlement. Dat heeft een stemming hierover voorzien op 21 juli.
De Duitsers en de Fransen willen echter graag nu reeds de knoop doorhakken. Zij vrezen dat gebrek aan overeenstemming op dit punt, met als gevolg misschien onderlinge irritatie hier en daar, niet de juiste sfeer creëert om morgen de moeilijke onderhandelingen over de grondwet met succes te kunnen afronden.