Europees akkoord over uitstoot broeikasgassen
De EU-lidstaten en het Europees Parlement hebben overeenstemming bereikt over het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen in de landbouw-, transport-, afval-, en bouwsector en van gebouwen. De uitstoot moet in 2030 gemiddeld 30 procent lager zijn dan in 2005. Voor Nederland gaat 36 procent gelden.
De afspraken die ervoor moeten zorgen dat de klimaatdoelen van Parijs worden gehaald, beslaan ongeveer 60 procent van de Europese uitstoot aan broeikasgassen. De uitstoot van de zware industrie, de overige 40 procent, wordt geregeld via het CO2-emissiehandelssysteem ETS. Over de aanscherping daarvan werd in november een akkoord gesloten.
D66-Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy onderhandelde mee en is tevreden. „Lidstaten probeerden via allerlei sluiproutes de klimaatwet af te zwakken en zo hun verplichtingen minimaal te houden. Na lang aanhouden ligt er nu een akkoord dat leidt tot fors minder uitstoot én dat juridisch bindend is. Een belangrijke en cruciale aanscherping.”
Volgens Gerbrandy staat de extra uitstootvermindering vergeleken met het oorspronkelijke voorstel gelijk aan de uitstoot van vier miljoen auto’s.
Lidstaten zijn vanaf 2021 verplicht hun jaarlijkse uitstootreductiedoelen te halen. Voor armere EU-landen die daar mogelijk niet in slagen is een voorbehoud ingebouwd.
Het principeakkoord betekent dat het juridische raamwerk van het Europese klimaatbeleid nu rond is, aldus de Europese Commissie. „Vandaag hebben we het bewijs geleverd dat Europa in de frontlinie staat van de mondiale klimaatactie, door in eigen huis maatregelen te treffen”, reageerde EU-commissaris Miguel Cañete (Klimaat).