„Britse overgangsperiode tot 1 januari 2021”
De overgangsperiode voor het Verenigd Koninkrijk na de brexit mag niet langer dan tot 1 januari 2021 duren. De periode die de Britse regering zelf heeft gevraagd van ‘ongeveer twee jaar’ na het vertrek uit de EU op 29 maart 2019 moet parallel lopen met de meerjarenbegroting van de EU. Die eindigt op 31 december 2020.
Dat zei EU-hoofdonderhandelaar Michel Barnier over de volgende stap die de EU en het Verenigd Koninkrijk moeten zetten voor het Britse vertrek uit de EU. Hij noemde die tijdlijn „logisch”.
Nu er een principeakkoord is over de scheidingsvoorwaarden, kunnen de onderhandelingen over de overgangsperiode beginnen zodra de lidstaten de richtlijnen daarvoor hebben goedgekeurd. Dat gebeurt naar verwachting eind januari. De gesprekken kunnen dan „onmiddellijk” worden hervat.
De EU-leiders hebben tijdens hun top op 15 december ingestemd met een transitieperiode na de dag dat de Britten feitelijk de EU verlaten. De Britten willen langer in de interne markt en de douane-unie blijven om de overgang voor het bedrijfsleven te verzachten.
Maar tijdens de overgang moet Groot-Brittannië wel aan alle EU-wetgeving blijven voldoen, inclusief nieuwe regels waarover Londen na de brexit als niet-EU-lid niets meer te zeggen krijgt, waarschuwde Barnier.
Het definitieve uittredingsverdrag moet in oktober klaar zijn. Daarin moet onder meer de scheiding zijn geregeld maar staan ook de voorwaarden voor de overgangsperiode en wordt een principeverklaring over hoe de toekomstige relatie eruit ziet aangehecht.