Stoffeerders uit Syrië kwamen als geroepen bij TMC Woonwinkels
Met ondersteuning van VluchtelingenWerk Nederland konden de Syrische vluchtelingen Shiyar Ibrahim en Ammar Aljoudi aan de slag als meubelstoffeerder bij TMC Woonwinkel in Goes. Het tweetal bemant de open werkplaats die daar is ingericht en waar klanten meubels opnieuw kunnen laten bekleden.
Beleving; die moest centraal staan bij de in april vernieuwde winkel van TMC Woonwinkels in Goes. Blikvanger is de open werkplaats waar klanten de werkzaamheden van meubelstoffeerders kunnen bewonderen.
Johan Witte jr., verkoper en derde generatie bij TMC Woonwinkels, zag twee dingen bij elkaar komen. „Juist toen we op zoek gingen naar meubelstoffeerders, gaf VluchtelingenWerk De Bevelanden aan dat het een stageplek zocht voor twee ervaren stoffeerders uit Syrië. De timing kon niet beter.”
Shiyar Ibrahim (33) en Ammar Aljoudi (34) kregen de stageplaats. Eerstgenoemde kwam in 2014 in Nederland en vroeg asiel aan. In mei dit jaar begon hij in de open werkplaats. Achter een naaimachine en tussen meubels, lappen stof en leer trekt hij in de winkel de nodige aandacht.
Witte is tevreden over het werk van het tweetal. Hun stage liep parallel aan de taallessen die zij in het kader van hun inburgering kregen. Ibrahim heeft inmiddels zicht op een vast dienstverband, vanaf 1 februari 2018.
Veel meegemaakt
„Ik zie deze mannen niet als vluchtelingen”, aldus Witte. „Voor mij zijn het Shiyar en Ammar, mensen met een gezin en werk die hun best doen om zich onze waarden en normen eigen te maken. Ze hebben veel meegemaakt en in hun leven keuzes moeten maken tussen leven en dood. Vluchten uit Syrië was hun enige alternatief.”
Ibrahim is statushouder. Hij mag vijf jaar in Nederland blijven. Inmiddels is zijn derde jaar ingegaan. Hij zou alleen terug willen naar het Syrië van vóór 2011. „Toen het nog een vreedzaam, goed land was.” Hij woont met vrouw en drie dochters in Goes.
In zijn geboortestad Aleppo was Ibrahim vijftien jaar lang stoffeerder in een meubelfabriek. Daar was alles veel hiërarchischer, aldus Witte. „Shiyar werd geleerd dat hij voor belangrijke klanten een netter product moest afleveren dan voor gewone klanten.”
Nu is hij hier in Goes, waar hij steeds meer Nederlanders leert kennen. „Dat vind ik fijn”, zegt Ibrahim. „Toen ik hier pas woonde, kende ik niemand.”
Met de dag spreekt de Syriër beter Nederlands. Wel moet hij toegeven dat zijn oudste dochters, die op de basisschool zitten, de taal al veel beter beheersen.
Witte nam de mannen aan omdat hij naar eigen zeggen maatschappelijk zijn verantwoordelijkheid wilde nemen. Naastenliefde speelde voor hem als christen ook een rol. „Je doet iets voor de samenleving en geeft mensen de kans om te integreren. Bovendien ben je als bedrijf duurzaam bezig, omdat het opnieuw stofferen van meubels een vorm van hergebruik is. Dat duurzame verhaal laten we ook graag zien.”
Investeren
Witte zegt dat je als bedrijf wel bereid moet zijn om te investeren in vluchtelingen die je aanneemt. „Een normale vacature is vaak niet passend voor een vluchteling. Wij hebben Shiyar en Ammar intensief begeleid, hen geholpen door bijvoorbeeld eindeloos woordjes te oefenen. Je moet als werkgever moeite doen, maar je krijgt er uiteindelijk ook iets voor terug. Het is een verrijking voor je bedrijf.”
VluchtelingenWerk Nederland regio De Bevelanden heeft nog een veertigtal andere stageplaatsen in zijn werkgebied. De organisatie benadert bedrijven actief. „In de afgelopen maand leverden die stageplekken in vier gevallen een dienstverband op voor de betrokkenen”, zegt coördinator arbeidsparticipatie Leonard Brouwer. „Arbeidscoaches begeleiden vluchtelingen naar werk. Dat is nodig, want een statushouder die in zijn eentje op zoek moet naar werk, redt het niet.”
Een baan hebben is volgens Brouwer de beste manier om te integreren. „Je bouwt een netwerk op, leert sneller de taal en je weet eerder hoe Nederland in elkaar zit.”
Werken naast een taalstudie maakt integratie tot een succes, stelt Brouwer. De overheid en het bedrijfsleven zouden wat hem betreft intensiever moeten samenwerken. „Maar niet elk bedrijf staat te trappelen om vluchtelingen aan te nemen. Op de ondernemersbeurs Contacta in Goes, waar onze organisatie onlangs stond, viel het mij op dat veel bedrijven niet eens weten dat statushouders gewoon mogen werken.”
Witte vindt dat Ibrahim zijn vaste contract dik verdiend heeft. „Ik wil alles weten”, zegt Ibrahim er zelf over. „Ik stel veel vragen aan mijn collega’s en ze zijn bereid om me te helpen. Ik heb geluk gehad.”