Europese navigatie verder uitgebreid
Europa is dinsdag verder gegaan met het opzetten van een eigen navigatienetwerk, Galileo genaamd. Vanuit Frans-Guyana zijn vier satellieten tegelijk gelanceerd. De sondes wegen meer dan 700 kilo per stuk.
Galileo is het grootste ruimtevaartproject uit de Europese geschiedenis. De Europese Commissie wil een alternatief bouwen voor het overal gebruikte gps, dat van het Amerikaanse leger is. Galileo helpt straks niet alleen auto’s en schepen om van A naar B te komen. Reddingsdiensten kunnen de nauwkeurige gegevens gebruiken bij zoekacties, en legers bij aanvallen. In de verre toekomst moeten zelfs vliegtuigen veilig op de automatische piloot kunnen landen dankzij Galileo.
Het netwerk is nog in aanbouw. Uiteindelijk moet het uit ongeveer dertig satellieten gaan bestaan. Die hangen op ongeveer 23.000 kilometer van de aarde. Met de vier dinsdag gelanceerde satellieten erbij zijn er 22 in een baan rond de aarde gebracht.
Het kost ruim 4 miljard euro om alle satellieten te bouwen en in een baan rond de aarde te brengen. Daarna kost de exploitatie ongeveer 800 miljoen euro per jaar.
Elke Galileo-satelliet draagt de naam van een kind uit een Europees land. De sondes die dinsdag werden gelanceerd, heten Nicole (naar een meisje uit Oostenrijk), Zofia (Polen), Alexandre (Portugal) en Irina (Roemenië). De vorige Galileo-lancering was eind vorig jaar. Toen ging onder meer de ‘Nederlandse’ Tijmen de lucht in, vernoemd naar een jongen uit het Gelderse Winssen.