„De eenden vielen bij bosjes dood. Zuur voor de boer”
De vogelgriep waart weer rond in Nederland, bleek vrijdag. Een getroffen boerderij in Biddinghuizen wordt voor de tweede keer in een jaar tijd geruimd. „Dit is heel zuur voor de boer.”
Raar weer is het vrijdagmiddag in de polder bij Biddinghuizen, gemeente Dronten. Nu eens trekken sneeuwbuien over de landerijen, dan weer prikt een felle zon door de grauwe wolken.
Grauw zijn deze dagen in ieder geval voor een eendenmester aan de Alikruikweg in Biddinghuizen. Op zijn boerderij is de hoogpathogene (zeer besmettelijke) variant van vogelgriep ontdekt. Zo’n 16.000 eenden zullen worden geruimd. In november 2016 was dezelfde boerderij ook al getroffen door vogelgriep. Sinds vrijdag geldt in Nederland een ophokplicht voor pluimveebedrijven.
Het erf bij de Biddinghuizer boerderij is streng verboden terrein voor onbevoegden. Een roodwit lint wappert in de wind. De grote vrees is dat het vogelgriepvirus zich verpreidt.
„Het is een gevaarlijk virus. De pluimveehouder vertelde dat de eenden bij bosjes dood vielen”, zegt vrijdagmiddag Benno Bruggink, zegsman van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Hij staat op steenworp afstand van de boerderij, terwijl een sneeuwbui overtrekt. In het afgelopen jaar ging de boerderij over van vader op zoon.
Hoe kan het dat de onderneming in een jaar tijd tot twee keer toe worden geruimd? „Hoe het virus binnenkomt, is onduidelijk. Het kan van trekvogels uit het oosten komen”, reageert Bruggink.
Een ruiming hakt erin voor een pluimveehouder. „Je bedrijfsvoering ligt ineens stil. Een boer is al zijn dieren kwijt, en hij houdt van zijn dieren. Voordat een bedrijf weer verder kan, ben je zo drie maanden verder.”
In 2003 trof de vogelgriep de pluimveesector snoeihard. Vreest Bruggink opnieuw zo’n drama? „Nee. De NVWA en ook de pluimveesector hebben sindsdien veel geleerd. Bedrijfshygiëne is beter vormgegeven. Zo is er meer aandacht voor bezoekers van pluimveebedrijven. Die mensen moeten bijvoorbeeld hun schoenen reinigen. Vorig jaar trof de vogelgriep zo’n acht bedrijven, in 2003 ging het om veel meer ondernemingen.”
Klap
Boeren in de omgeving leven mee met de gedupeerde pluimveehouder. „Dit is een klap voor het boerenechtpaar. Ik ken hen als sympathieke, hardwerkende mensen”, zegt akkerbouwer Robert Stokman (48). In een schuur reinigt hij een sorteermachine voor pootaardappelen.
Dat er duizenden eenden geruimd worden, zal de boer niet in de koude kleren gaan zitten, zegt Stokman. „Het is pijnlijk. Je bent dag en nacht met je bedrijf bezig. En dan breekt het je ineens bij je handen af. Het vogelgriepvirus is ook zo ongrijpbaar.”
Op het erf van John Ostermeier, voormalig hovenier, houden twee herdershonden de wacht. Ostermeier is geschrokken van het nieuws over de vogelgriep. „Hier worden de pluimveehouders in de omgeving niet vrolijk van. Je gunt zo’n crisis niemand.”
In de gereformeerd-vrijgemaakte kerk in Dronten, waar Ostermeier aan verbonden is, zal de crisis komende zondag vast ter sprake komen, denkt hij. „Zo’n 10 tot 20 procent van onze gemeenteleden werkt in de agrarische sector. Onder broeders zal onrust heersen. Mogelijk zullen zij ook schade ondervinden van de vogelgriep. Ik denk dat dit thema in het gebed aan de orde zal komen.”
Zuur
Getooid met een muts is Teun Huijsmans (16), agrariër in opleiding, aan de slag in een boerenschuur. Die staat niet ver van de boerderij van de getroffen pluimveehouder. „Heel zuur voor de familie dat de boerderij voor de tweede keer in een jaar wordt geruimd.”
Ondanks de diverse crises in de agrarische sector laat de jongen zich niet uit het veld slaan. Hij wil zeker verder in het boerenbedrijf. „Akkerbouwers en tuinders hebben bijvoorbeeld geregeld last van vorst en hagel. Maar dat hoort er allemaal bij. We gaan door.”
Niet iedere boer in de omgeving van Biddinghuizen zit deze vrijdagmiddag te wachten op persbezoek. Op een pluimveebedrijf, waar rood-witte linten zijn gespannen, trekken twee vrouwelijke controleurs plastic hoezen over hun schoenen. Een oudere agrariër, zijn gezicht staat zorgelijk, heeft geen behoefte aan een gesprek met een verslaggever. „Mijn hoofd staat daar niet naar. En wilt u geen foto’s maken op het erf. Daar heb ik geen belang bij.”