Economie

Consument gedraagt zich als koe na een lange, bittere winter

Na het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 leek er behoefte aan een andere kijk op welvaart en consumptie. Nu alle economische seinen weer op groen staan, is dat gevoel verdampt.

Gerhard Hormann
8 December 2017 07:38Gewijzigd op 16 November 2020 12:09
Na de winter de wei weer in. beeld ANP, Olaf Kraak
Na de winter de wei weer in. beeld ANP, Olaf Kraak

Het is nauwelijks nog voor te stellen, maar sinds de wereld voor het eerst kennisnam van het begrip kredietcrisis is er al bijna weer tien jaar verstreken. Strikt genomen begonnen de problemen al een jaar eerder in de Verenigde Staten, maar in Europa heerste lange tijd de gedachte dat het een specifiek Amerikaanse aangelegenheid betrof die ons niet werkelijk aanging en niet zou raken.

Dankzij de boeken van Eric Mecking en Robert R. Prechter jr. wist ik dat dit geen tijdelijke correctie betrof, maar het startsein vormde voor een langdurige periode van economische neergang en onzekerheid. Dat gevoel van urgentie werd nog eens versterkt door het besef dat ik mijn pensioendatum niet zou gaan halen in loondienst. Dat maakte de economische crisis vanaf het begin tot een persoonlijke crisis en zorgde ervoor dat het jaartal 2008 in mijn leven te boek zou komen te staan als breuklijn.

De kredietcrisis werd een bankencrisis, veranderde als vanzelf in een eurocrisis en leidde in ons land tot een crisis op de huizenmarkt, waarbij woningen soms tientallen procenten in waarde daalden. Na de woekerpolisaffaire kwamen ook slechte hypotheekproducten onder vuur te liggen, met nieuwe regel- en wetgeving als gevolg. Het consumentenvertrouwen daalde tot een dieptepunt, mede doordat steeds meer huiseigenaren in hun maag zaten met een woningschuld die veel hoger was dan de huidige waarde van het onderpand.

Zo leek de tijd rijp voor een kritische blik op het systeem dat tot deze crisis had geleid en een andere kijk op consumptie en bezit. Als hebzucht had geleid tot de kredietcrisis, was soberheid misschien het passende antwoord. Je kunt consuminderen omdat je minder te besteden hebt, maar ook vanuit het besef dat meer geld niet automatisch leidt tot meer geluk. Opeens leek het een terechte vraag waarom je eerstvolgende huis of je eerstvolgend auto automatisch gróter zou moeten zijn.

Interessant was of deze fase van bezinning zou gaan leiden tot een structureel andere kijk op de samenleving en de definitie van een ”goed leven”. Was minimalisme een mooi woord voor minder koopkracht en daarmee slechts een modeverschijnsel, of zag je de contouren van een kentering? Dat zou pas blijken op het moment dat de crisis achter ons lag en alle economische seinen weer op groen zouden staan.

Inmiddels wijst alles erop dat de behoefte om het over een heel andere boeg te gooien is omgeslagen in opluchting. Consumenten gedragen zich als koeien die na een lange, bittere winter voor het eerst weer uit de stal worden gelaten en laten het geld rollen. De verkoop van SUV’s zit in de lift, huizenprijzen rijzen opnieuw de pan uit, aandelen staan op het hoogste niveau in tien jaar tijd en de verkopen tijdens deze feestmaand gaan waarschijnlijk records breken.

Het blindelings overbieden bij huisaankopen in grote steden en de exponentiële koersexplosie van de bitcoin onderstrepen dat de mens vooral wordt voortgedreven door hebzucht en de angst om de boot te missen. Gevreesd moet worden dat deze steeds terugkerende cyclus, waarbij blind optimisme onvermijdelijk leidt tot ontnuchtering, zich zal blijven herhalen tot het schip definitief strandt.

De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer