Defensie verliest zaak tegen NOS om Erik O.
Het ministerie van Defensie heeft maandag in een kort geding tevergeefs geprobeerd een uitzending van het NOS Journaal tegen te houden. De NOS onthulde daarin dat marinier Erik O. vroeger is ingezet bij staatsgeheime operaties. Erik O. werd eind vorig jaar in Irak gearresteerd op verdenking van moord op een Irakees.
Het militaire verleden van Erik O. blijkt uit het onderzoek dat de marechaussee uitvoert naar de dood van de Irakees door een waarschuwingsschot van de sergeant-majoor. Als lid van de Bijzondere Bijstandseenheid van het Korps Mariniers (BBE) voerde Erik O. antiterreuroperaties uit waarbij met instemming van de regering dodelijk geweld kon worden gebruikt.
Het ministerie van Defensie wilde met het kort geding voorkomen dat de veiligheid van de marinier door de uitzending in gevaar zou worden gebracht. Het departement weigert te reageren op de ”license to kill”-operaties van speciale eenheden binnen de krijgsmacht. Ook wil de woordvoerder niet ingaan op missies van de BBE. Wel bevestigt het ministerie dat het maandag een kort geding heeft aangespannen tegen het NOS Journaal.
Uit het militaire verleden van Erik O. blijkt ook dat de marinier, althans in de visie van de marechaussee, „laagdrempelig” is geweest bij de inzet van geweld. Bovendien zou hij zich in zeker één geval „nogal nuchter” hebben uitgelaten over het slachtoffer, aldus onderzoek van de marechaussee.
De conclusies over O.’s militaire verleden zijn opmerkelijk, omdat dossiers over staatsgeheime operaties normaal gesproken binnen zes maanden worden vernietigd. O.’s „laagdrempeligheid” kan dus in het onderzoek alleen naar voren zijn gekomen uit de herinneringen van eerdere marechausseeonderzoekers, oud-collega’s of directe meerderen van de sergeant-majoor.
De SP wilde dinsdag in de Tweede Kamer van minister Kamp van Defensie weten wat er waar is over de staatsgeheime operaties. GroenLinks gaat liever een stap verder en mikt op een interpellatiedebat met de meest betrokken bewindslieden.
Erik O. wordt sinds oudejaarsdag verdacht van het doodschieten van een Irakees op 27 december. Waarschijnlijk als gevolg van een waarschuwingsschot van de marinier raakte een Iraakse plunderaar dodelijk gewond.
Volgens verklaringen van medemariniers was er geen reden voor een waarschuwingsschot. Eriks collega’s hebben volgens het openbaar ministerie verklaard dat de situatie niet als bedreigend was ervaren. Daarom had de marinier volgens de geweldsinstructie niet mogen schieten. Amerikaanse militairen die in de buurt waren, hebben zelfs „verbaasd gereageerd” op het schieten.
Justitie liet de marinier na enkele dagen aanhouden en haalde hem op oudejaarsdag terug naar Nederland op verdenking van moord, doodslag, dan wel dood door schuld. Deze snelle en zware beschuldiging is bij Defensie in het verkeerde keelgat geschoten. De rechter-commissaris in Arnhem liet O. na een week vrij uit voorarrest.