Nog geen favoriet voor hoge EU-functie
Onder de EU-lidstaten tekent zich nog geen eenstemmigheid af over wie de voorzitter wordt van de Europese Commissie. Een duidelijke favoriet onder de mogelijke kandidaten ontbreekt tot dusver.
De regeringsaanvoerders streven ernaar eind deze week, tijdens hun top in Brussel, een beslissing te nemen. De Poolse minister van Buitenlandse Zaken, Cimoszewicz, heeft echter geopperd dat wellicht uitstel nodig is door gebrek aan eensgezindheid. In dat geval zullen de politieke leiders in juli waarschijnlijk een extra vergadering beleggen. De nieuwe Commissie treedt op 1 november aan.
Bondskanselier Schröder en president Chirac bespraken de kwestie maandagavond in Aken. Zij meldden na afloop dat zij nauw samenwerken bij het zoeken naar een opvolger voor Prodi, die de afgelopen vijf jaar het college aanvoerde.
Duitsland en Frankrijk lieten eerder een voorkeur blijken voor de Belgische liberale premier Verhofstadt. De Britten hebben tegen hem bedenkingen, omdat zij hem te federalistisch vinden. Bovendien is zijn positie in de slag om de prestigieuze post verzwakt door het verlies van zijn partij bij de recente verkiezingen.
De christen-democraten vormen de grootste groepering binnen het Europees Parlement en staan er daarom op dat de voorzitter van de Commissie uit hun kringen komt. Zij zullen later deze week een eigen kandidaat naar voren schuiven, zo kondigden zij maandag aan. In dit verband wordt onder anderen de Oostenrijkse premier Schüssel genoemd.
Diens Luxemburgse christen-democratische collega Juncker, die bij de verkiezingen een goed resultaat behaalde, geniet onder de 25 lidstaten wellicht de meeste steun, maar hij heeft tot nu toe steeds gezegd dat hij premier wenst te blijven en niet beschikbaar is voor de Europese functie. Bij een klemmend beroep op hem zou hij uiteraard zijn standpunt kunnen herzien.
Verder circuleren de namen van de Portugees Vitorino, de Spanjaard Solana, de Brit Patten, de Deen Rasmussen en de Ieren Ahern en Cox.