Seselj wil maandelijkse persconferentie
De radicale Servische politicus Vojislav Seselj heeft maandag in de rechtszaal op het Joegoslavië–Tribunaal om een maandelijkse persconferentie gevraagd. Tijdens een zitting ter voorbereiding op zijn proces beklemtoonde hij dat de eerste persbijeenkomst snel moet worden gehouden met het oog op de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Servië op 27 juni.
De kandidaat van Seseljs Servische Radicale Partij, Tomislav Nikolic, kreeg zondag in de eerste ronde de meeste stemmen, ruim 30 procent.
Rechter Agius weigerde in te gaan op Seseljs eisen omdat die niets met de procesvoering hebben te maken. Het is onbekend wanneer het proces kan beginnen. Seselj kwam in februari 2003 vrijwillig naar het tribunaal, nadat hij in staat van beschuldiging was gesteld. Seselj zou zich als ultranationalist en onruststoker in de conflicten van uiteenvallend Joegoslavië schuldig hebben gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden.
De beklaagde ontkent alle beschuldigingen en hoopt van zijn proces een propagandastunt te maken. Seselj geldt door zijn vaak botte optreden en extremistische denkbeelden als het ’enfant terrible’ van de Servische politiek. Het Joegoslavië–Tribunaal beperkt hem daarom in zijn communicatiemogelijkheden. Seselj ageerde daar maandag opnieuw tegen.
Hij heeft bijvoorbeeld geen contact met de Servische raadslieden die hij zelf verkiest. De Rotterdamse advocaat Van der Spoel, door het tribunaal in februari aangesteld als ’standby’ raadsman, heeft volgens Seselj geen benul van de Servische taal. Dat is de enige taal die Seselj naar eigen zeggen machtig is. Van der Spoel moet Seselj vertegenwoordigen als de beklaagde het te gek maakt bij zijn eigen verdediging in de rechtszaal.
Maandag was er een voorbeeld van Seseljs onbezonnen praatlust. Bij de bespreking van voorbereidende stukken ging die uiteenzetten dat hij altijd voor een Groot–Servië was geweest en dat nog steeds is. De aanklagers hadden dat onder meer naar voren gebracht in een stuk waar feiten die beide partijen niet zouden betwisten, staan opgesomd.
De Maltese magistraat Agius greep in omdat de beklaagde met zijn reclame voor Groot–Servië de aanklagers een cruciale dienst leek te gaan bewijzen, mogelijk niet slechts in de zaak tegen Seselj. Agius speelde even voor advocaat van Seselj door hem er uitdrukkelijk op te wijzen dat hij het recht heeft om te zwijgen. De Serviër hoeft niet op de punten van overeenstemming van de aanklagers te reageren. Indien hij dat wil doen, kan hij beter eerst met zijn raadslieden overleggen, waarschuwde Agius. De aanklagers willen naar eigen zeggen 63 getuigen in de rechtszaal opvoeren en ruim veertig anderen via schriftelijke verklaringen. Wanneer het proces kan beginnen, is niet bekend. Seselj zei te hebben gehoord dat dat pas in 2007 kan.