Kokkin Hitler stond „met één been in graf”
Constanze Manziarly was de vaste kokkin van Adolf Hitler, maar ervoer dat niet bepaald als een bevoorrechte positie. „Je stuit op onvermoede moeilijkheden, waarover ik niet schrijven kan. Ik sta voortdurend met één been in het graf en dat is niet overdreven”, schreef ze in een brief.
De historicus Stefan Dietrich las dertien brieven van Manziarly, zo staat op de website van het Duitse Focusonline. De kokkin uit Innsbruck trad in 1944 als 24-jarige in dienst van Hitler. Ze was van Grieks-Oostenrijkse komaf en viel meteen in de smaak bij de dictator, die zich hield aan een dieet omdat zijn maag weinig verdroeg.
Manziarly schrijft dat ze een ongelooflijke druk ervoer. De Berghof, het Beierse woonhuis van Hitler, noemde ze een kuuroord en de rijkskanselarij in Berlijn heette in haar woorden een hersteloord. Hitler kreeg de benaming chef-arts van haar.
Behalve de saaie maaltijden bakte ze een oneindige hoeveelheid koekjes voor haar baas, hij was er verzot op. De SS-wachten noemden haar Mevrouw Marsepein. Het allerlaatste maal dat ze in de Führerbunker voor Hitler kookte, bestond uit aardappelpuree en spiegeleieren.
Constanze Manziarly werd op 2 mei 1945 meegenomen door Russische soldaten, volgens getuige Traudl Junge, een van Hitlers secretaresses. Ze werd nooit meer teruggezien.