De aanslag werd gepleegd bij het Tahrir–plein, aan de oostelijke zijde van de Jumhuria–brug die toegang biedt tot de Groene Zone waar de Amerikaanse bezettingsautoriteiten zetelen. Ooggetuigen zeiden dat op het moment dat de bom afging drie SUV’s langsreden, het soort auto waar westerse aannemers in Irak in rijden. Alle drie werden vernield en één vloog in brand. Zeker vijf andere auto’s werden eveneens vernield door de explosie.

Onder de doden waren vijf buitenlanders: drie medewerkers van Granite Services, een dochterbedrijf van het Amerikaanse energiebedrijf General Electric, en twee particuliere beveiligingsagenten. Twee van de vijf waren Britten. Verder waren er een Amerikaan en een Fransman onder de doden. De nationaliteit van de vijfde westerling is nog niet bekend.

De Iraakse premier Iyad Allawi noemde de aanslag ‘misdadig, laf en laaghartig’. ‘Deze mensen hielpen Irak bij het herstel van zijn elektriciteitscentrales.’ Allawi zei dat de nieuwe interim–regering maatregelen heeft getroffen om zich tegen aanslagen te beschermen. Hij zei dat de Jordaanse extremist Abu Musab al–Zarqawi achter de aanslagen zit en daarmee probeert de voor 30 juni geplande machtsoverdracht in Irak te saboteren. De dood van de elektrotechnici onderstreept de problemen bij het herstel van het elektriciteitsnet in Irak. Buitenlandse aannemers die het werk moeten doen worden door de aanslagen uit Irak verdreven, juist wanneer met de oplopende temperaturen de behoefte aan stroom voor airconditioning toeneemt.

Bij de bomaanslag vielen de meeste doden en gewonden in winkels en een gebouw van twee verdiepingen die door de explosie zwaar beschadigd werden. Omstanders kropen door het puin om gewonden met behulp van lakens en dekens naar ambulances te dragen. Veel slachtoffers werden met particuliere auto’s afgevoerd naar verschillende ziekenhuizen, waardoor moeilijk een overzicht van het totale aantal slachtoffers was te krijgen. Kolonel Qadri Abdul–Latif van de Iraakse burgerbescherming zei dat zeker twaalf mensen waren gedood. Bij twee ziekenhuizen waren meer dan vijftig gewonden binnengebracht; velen hadden zwaren brandwonden of afgerukte ledematen. Rond de vernielde auto’s ontstond al gauw een oploop van Irakezen, die ‘Allah is groot’ en ‘Weg met de VS’ begonnen te roepen en met stokken op de vernielde auto’s begonnen te slaan. Een Irakees wiens vinger was afgerukt rende op westerse verslaggevers af en schreeuwde dat ze moesten vertrekken. Een groep van ongeveer twintig jonge mannen stond te dansen bij een verkoold lijk.

Amerikaanse militairen die later arriveerden hadden moeite de omgeving van de aanslag af te grendelen. Toen drie Amerikanen een relschopper begonnen af te tuigen moest de Iraakse politie tussenbeide komen om de menigte in bedwang te houden. De toenemende volkswoede deed de Amerikaanse militairen en Iraakse politieagenten besluiten zich terug te trekken. Enkele mensen goten daarop kerosine over een auto en staken die in brand.

Een tweede aanslag met een autobom werd gemeld bij Salman Pak, ten zuidoosten van Bagdad. Daar vielen bij een aanslag op een konvooi politievoertuigen vier doden en vier gewonden. De aanslagen waren de zestiende en zeventiende met een autobom deze maand in Irak.