Milosevic verhoort Kosovo-Albanees
Slobodan Milosevic heeft donderdag tijdens zijn proces voor het Joegoslavië-tribunaal de Kosovo-Albanese mensenrechtenactivist Halit Barani een kruisverhoor afgenomen.
De oud-president slaagde erin het lid van de Democratische Liga van Kosovo (LDK) van de gematigde Ibrahim Rugova te verleiden tot separatistische uitspraken. Kosovo is voor de internationale gemeenschap nog steeds onderdeel van Joegoslavië.
Barani had woensdag tijdens zijn ondervraging door de aanklagers gerept over een loyaliteitsverklaring aan de Servische staat die etnisch Albanese werknemers in 1990 moesten tekenen van het Milosevic-bewind. Milosevic wilde tijdens het kruisverhoor weten waarom Barani moeite had met die verklaring.
Barani: „De Albanezen hebben de Republiek Servië nooit als hun republiek erkend.” Milosevic: „Betekent dat dat u beweert dat Kosovo niet bij Servië hoort? Zelfs vandaag ligt Kosovo in Servië!”
De getuige zei dat hij alleen Kosovo erkent. Milosevic: „Een onafhankelijk Kosovo is slechts een droom die vliegt met de vleugels van NAVO-bommen.”
Rugova en de LDK streven met vreedzame middelen naar onafhankelijkheid. Kosovo is een provincie van Servië, naast Montenegro een van de twee deelrepublieken van de Federatieve Republiek Joegoslavië (FRJ).
De afschaffing van de autonomie van Kosovo leidde tot een etnisch conflict dat in de jaren ’90 steeds hoger opliep. De NAVO bombardeerde Joegoslavië in 1999 om een eind te maken aan het optreden van de Servische politie en het Joegoslavische leger in Kosovo. Sinds hun terugtrekking staat de provincie onder tijdelijk VN-bestuur als een soort internationaal protectoraat.
De relevante VN-resolutie garandeert echter de territoriale onschendbaarheid van Joegoslavië. Een definitieve oplossing moet nog worden gevonden. Veel Kosovaren willen liefst onafhankelijkheid, maar het Westen wil niet weer een nieuwe ministaat op de Balkan.
Milosevic staat voor het tribunaal terecht voor de misdaden die leger en politie in Kosovo hebben gepleegd. Het ex-staatshoofd wordt medeverantwoordelijk gehouden voor de dood van honderden en de deportatie van honderdduizenden mensen.
Barani had het jarenlang als zijn taak gezien gegevens over Servische vergrijpen te vergaren, zoals vermoorde burgers, platgebrande huizen en afgemaakt vee. Daardoor had het kruisverhoor van Barani iets weg van een telefoonboek: Lange lijsten met namen van personen en plaatsen en datums passeerden de revue.
Volgens Milosevic is de getuige volstrekt ongeloofwaardig omdat hij alleen rept over Albanese slachtoffers en helemaal niets wist van Servische slachtoffers die gevallen zijn in Kosovo. Die zouden zelfs zijn gedocumenteerd in OVSE-verslagen. De rapporten van de Europese veiligheidsorganisatie kan Milosevic in een latere fase van het proces te berde brengen.
De dodenlijst van 66 vooraanstaande Kosovo-Albanezen die de aanklagers woensdag hadden gepresenteerd, is volgens Milosevic een vervalsing. Volgens Barani is de lijst na het vertrek van de Servische politie en het Joegoslavische leger in juni 1999 gevonden in het stadhuis van Kosovska Mitrovica. Bovenaan de lijst, die is gemaakt voor „speciale eenheden”, staat dat die etnische Albanezen „moeten worden geliquideerd.” Barani staat er zelf op, op nummer 21. Bij andere mensen op de lijst is de moord wel uitgevoerd.
Milosevic wees op tal van grammaticale en spelfouten in het document. Volgens hem zou een Serviër die fouten nooit maken, ook al is hij niet goed opgeleid. Milosevic wees op fouten die typisch zouden zijn voor een Albanees die ook Duits spreekt. Veel leden van het Kosovo-Bevrijdingsleger (UCK) hebben in Duitsland gewerkt voordat zij naar huis terugkeerden om te vechten.
De Servische toehoorders bij het proces waren het er niet over eens of een Serviër die grove taalfouten kon maken of dat het document door iemand met een andere moedertaal moest zijn geschreven. Milosevic kan in een latere fase van het proces een taaldeskundige als getuige oproepen om de zaak op te helderen.