Gerhard Hormann over overbevolking
Mensen met een wiskundeknobbel kijken heel anders tegen de wereld aan dan medeburgers met een talenpakket.

Je kunt ook zeggen dat werknemers die de hele dag alleen maar met cijfertjes bezig zijn, het zicht op de realiteit verliezen en in een soort papieren werkelijkheid leven. Dat klinkt misschien onvriendelijk, maar gemiddelden zeggen doorgaans niets over uitersten en doen slechts zelden recht aan de dagelijkse praktijk. Veel zaken die bepalend zijn voor het welvaartsniveau van een land en het bijbehorende gevoel van welzijn, laten zich ook lastig uitrekenen.
Zo sprak ik laatst met een actuaris van een grote verzekeringsmaatschappij die stug bleef glimlachen bij een onderwerp dat mij juist grote zorgen baart. Toevallig had ik eerder die dag net een paar passages geschreven over dit onderwerp, zodat ik alle cijfers paraat had en nog aan het bijkomen was van de schrik. Mijn gesprekspartner bleek echter te beschikken over een even onnavolgbaar als onverwoestbaar optimisme, dat deels gebaseerd was op dezelfde getallen en statistieken.
Voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet om de vraag wie van ons beiden gelijk heeft, maar uitsluitend over hoe verschillend de werkelijkheid wordt ervaren. Zo had ik die ochtend op internet opgezocht hoeveel mensen er in mijn geboortejaar in ons land woonden en uitgerekend hoe zich dat verhoudt tot de 17,1 miljoen inwoners van vandaag. Dat is natuurlijk een volstrekt willekeurig ijkpunt, maar de uitkomst was ronduit verbijsterend.
Rekensom
In 1961 leefden er in Nederland 11,5 miljoen mensen, dus bijna 6 miljoen mensen minder dan vandaag. Je kunt ook zeggen dat de bevolking van ons land in ruim een halve eeuw tijd met bijna vijftig procent is toegenomen. Dat is een rekensom waar mijn verstand bij stilstaat, terwijl het in de media nauwelijks onderwerp van gesprek is en niet als problematisch wordt aangemerkt in de politiek.
Eenzelfde rekensom kun je loslaten op de wereldbevolking en dan is de uitkomst zelfs nog schokkender. Toen ik ter wereld kwam, werd de aarde bevolkt door net iets meer dan 3 miljard mensen en inmiddels zijn dat er ruim 7,5 miljard. Wie op zijn gemak een kop koffie drinkt, kan de teller voor zijn ogen zien oplopen met een schrikbarend aantal inwoners per seconde. Per dag komen er ongeveer 200.000 mensen bij, ongeveer net zoveel als de inwoners van de stad Groningen.
Scenario’s
Mocht ik de leeftijd van 80 halen, dan ga ik nog meemaken dat de wereldbevolking bijna 9 miljard mensen telt, hoewel er ook scenario’s bestaan waarin rekening wordt gehouden met een kleine 10 miljard mensen. Dat betekent dat de wereldbevolking in de tijdspanne van slechts één mensenleven ruimschoots is verdrievoudigd. Dat heeft zoveel geopolitieke en ecologische consequenties dat het in mijn ogen alleen maar rampzalig kan aflopen. Vaststaat dat het een situatie is die geen enkel historisch precedent kent, wat de uitkomst extra ongewis maakt.
De actuaris wuifde al mijn bezwaren echter weg, want volgens alle prognoses zou de wereldbevolking bij 10 miljard een soort natuurlijk plafond bereiken en stabiliseren op dat niveau. Zelfs als dat nu al uit te rekenen valt en straks feilloos blijkt te kloppen, dan nog is het maar de vraag of de planeet voldoende ruimte biedt voor zoveel mensen die niet alleen allemaal gevoed moeten worden maar ook verlangen naar een steeds hoger welvaartsniveau.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl