Daoud zei dat op drie andere verdachten nog jacht wordt gemaakt. De Chinezen werden in de nacht van woensdag op donderdag doodgeschoten toen ze in tenten in de woestijn van Kunduz lagen te slapen. Ook de bewaker van het kamp werd vermoord. Daoud zei dat de daders waarschijnlijk „vijanden van Afghanistan” zijn, maar dat de moorden ook gepleegd kunnen zijn door gewone misdadigers. Met vijanden van Afghanistan bedoelde hij strijders van de Taliban, al-Qaida en krijgsheer Gulbuddin Hekmatyar.

Zo’n tachtig Chinese wegwerkers werden donderdagavond uit het kampement in de woestijn overgebracht naar de provinciehoofdstad Kunduz. Veel van de wegwerkers waren pas woensdag in Afghanistan aangekomen. Het zijn werknemers van de Shisiju Groep, die vorig jaar een contract sloot met de Wereldbank voor het herstel van een snelweg tussen Doshi in de aan Kunduz grenzende provincie Baghlan en de grens met Tadzjikistan.

China liet weten werknemers van Chinese bedrijven in Afghanistan niet te zullen terughalen. Wel moeten ze beter beveiligd worden, aldus een woordvoerder van het ministerie van buitenlandse zaken. Het donderdag aangevallen kamp was niet omheind en had slechts één gewapende bewaker.

Meer naar het zuiden, in de bergen van Gomal in de provincie Paktika, vuurden opstandelingen een aantal raketgranaten af op een zwaarbewaakt konvooi met functionarissen van de Afghaanse regering en de Verenigde Naties. Niemand in het meer dan dertig voertuigen tellende konvooi raakte gewond, aldus de politie. Enkele tientallen Afghaanse en Amerikaanse militairen die het konvooi begeleidden schoten terug en joegen de aanvallers op de vlucht. Paktika geldt als een bolwerk van het voormalige Taliban-regime.