Dat meldt minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) woensdag aan de Kamer. Dinsdag had ze al gemeld dat Nederland een doelwit is van onder meer Russische inlichtingendiensten, die bijvoorbeeld nepnieuws verspreiden.

Ollongren reageert op het verzoek van PvdA-Kamerlid Lodewijk Asscher, die om voorbeelden van heimelijke politieke beïnvloeding had gevraagd. Hij noemde de eerste brief van de minister veel te mager.

Ollongren zegt nu dat de AIVD er rekening mee hield dat er ook een Russische beïnvloedingscampagne zou beginnen rond de verkiezingen, gezien de onjuiste berichtgeving in Russische media. Het kabinet is er gedurende de verkiezingsperiode extra waakzaam op geweest, aldus de minister over de vorige regering.

Ze wijst erop dat er immers al desinformatie werd verspreid rondom het Oekraïnereferendum van 2016. Zo verscheen op internet een video met vermeende leden van het Azov-bataljon, een militante Oekraïense groepering, die de Nederlandse vlag verbrandden en dreigden met aanslagen als Nederlandse kiezers niet voor het samenwerkingsakkoord met Oekraïne zouden stemmen.

In haar eerste brief wees Ollongren op een nepwebsite van de Nederlandse overheid, afkomstig uit Rusland, met daarop desinformatie over de ramp met vlucht MH17. Ook had ze het over de Russische beïnvloeding van de Amerikaanse verkiezingen.

Het kabinet werkt aan een aanpak om heimelijke politieke beïnvloeding rond de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar te voorkomen.