Washington gaf foute terreurcijfers
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft eind april in zijn jaarrapport over wereldwijde terreur gemeld dat het aantal terreuraanvallen in 2003 beduidend was gedaald. Volgens vice-president Dick Cheney was dit het „bewijs” voor de succesvolle antiterreurstrategie van president Bush.
Cheney benadrukte daarbij dat de Amerikanen in november beter de Republikein Bush konden herkiezen dan stemmen op diens Democratische rivaal senator John Kerry, die niet kon wijzen op zulke „successen.” De feiten blijken de cijfers van Buitenlandse Zaken echter te logenstraffen. Het ministerie kondigde donderdag een correctie aan op het oorspronkelijke rapport. Volgens woordvoerder Richard Boucher had men de cijfers „van slechts een deel van het jaar 2003” verwerkt.
Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell gaf een andere verklaring. „Er is dit jaar gebruikgemaakt van een nieuwe methode voor het verzamelen en het verwerken van gegevens. Daardoor zijn er fouten in het rapport geslopen”, aldus Powell. De wereldwijde terreurcijfers over 2003 geven in werkelijkheid geen vermindering aan van het aantal terreuraanvallen -zoals het rapport beweerde- maar wijzen daarentegen op een dramatische stijging van het aantal aanvallen. Hoe dramatisch is nog niet bekend, want het ministerie is nog bezig met de nieuwe berekeningen.
Democratisch afgevaardigde Henry Waxman was in Washington de eerste die aan de bel trok. Hij vergeleek de cijfers van Buitenlandse Zaken met internationale gegevens en kwam tot de conclusie dat er iets niet klopte. Toen er ook van andere kanten kritiek kwam, besloot het ministerie z’n huiswerk opnieuw te doen. Minister Powell heeft Waxman laten weten dat er geen politieke motieven in het spel waren bij deze vergissing. „Ik aanvaard dat, maar ik wil toch wel van de bewindsman weten hoe het mogelijk is dat de cijfers niet onnauwkeurig waren maar zelfs volledig in strijd met de werkelijkheid”, aldus Waxman.
De vergissing is bijzonder pijnlijk voor president Bush. Die heeft zijn verkiezingscampagne volledig gericht op zijn successen in de strijd tegen terreur. Daaronder rekent Bush ook de oorlog in Irak. De chaos daar en het wangedrag tegenover gevangenen leidt in de VS tot steeds meer kritiek. Nu de algemene terreurcijfers ook niet blijken te kloppen, wordt het steeds moeilijker om zijn beleid op dit terrein werkelijk als een succes af te schilderen.