Christenvervolging

Gambia is op de goede weg

Eind 2015 werd Gambia een islamitische republiek. Daarmee leek er een einde te komen aan de godsdienstvrijheid in het land. Tot president Jammeh de verkiezingen verloor en vluchtte. Inmiddels heeft Gambia een seculiere regering.

3 November 2017 08:03Gewijzigd op 16 November 2020 11:51
Kerk in de Gambiaanse stad Bakau. beeld Atamari/Wikimedia commons
Kerk in de Gambiaanse stad Bakau. beeld Atamari/Wikimedia commons

Het land komt niet voor op de Open Doorslijst van vijftig landen waar christenen het meest vervolgd worden. Toch ligt Gambia in een deel van West-Afrika waar de radicale islam de afgelopen jaren opkwam. Mede door westers ingrijpen, onder andere door Nederlandse VN-militairen in het nabijgelegen Mali, kwam die opmars tot stilstand.

De ongeveer 1,7 miljoen inwoners van Gambia behoren tot de armsten van Afrika. Ongeveer 90 procent van de bevolking is islamitisch, al is dat traditioneel een soort gematigde volksislam. De vertrokken president Jammeh had echter grootse plannen met zijn land. Net zoals in bijvoorbeeld Pakistan en Iran moest de islam het laatste woord hebben, vond Jammeh. „Over het accepteren van Allahs religie als je eigen religie en als manier van leven, valt niet te onderhandelen”, zo stelde Jammeh eind 2015 bij het uitroepen van de islamitische staat.

De stap van Jammeh riep meteen al verzet op, omdat Gambia een seculiere grondwet kent. Christenen maakten zich ongerust, hoewel de president zich haastte om te stellen dat hun godsdienst niet bedreigd werd en dat ze hun geloof in vrijheid konden belijden. Ook de raad van Gambiaanse islamgeestelijken riep op tot vrede tussen moslims en mensen met een andere religie.

Kledingvoorschriften

Toch leek Gambia af te stevenen op een striktere vorm van islamitisch bestuur, toen Jammeh begin 2016 kledingvoorschriften opstelde voor vrouwelijke ambtenaren. Na felle protesten moest Jammeh ze na een week alweer intrekken. Later beloofde hij alle scholen om te vormen tot Koranscholen. Zo ver kwam het niet. Kort na het vertrek van Jammeh, op 21 januari van dit jaar, maakte zijn opvolger Adama Barrow een einde aan de islamitische republiek. Ook kondigde hij hervormingen aan, waaronder het afschaffen van wetten die de vrijheid van godsdienst aantasten.

Zo’n tien maanden later blijkt dat Barrow niet stilzit. Zo liet hij het voormalige hoofd van de veiligheidsdienst oppakken. Deze wordt verdacht van marteling van en de moord op tegenstanders van de vroegere president. Ook werden er politieke gevangenen vrijgelaten. Bovendien zijn er rechtszaken gestart tegen verdachten van corruptie.

Gambia zet voorzichtig stappen richting het opbouwen van een democratische rechtsstaat. Parlementsleden krijgen deze week een training in goed bestuur en in het belang van een rechtsstaat. Ook was mensenrechtengezant Lambrinidis van de Europese Unie maandag in het land. Hij beloofde Barrow de hulp van de EU bij democratische hervormingen. Er is de EU veel aan gelegen dat Gambia een stabiel land wordt, omdat er onder bootvluchtelingen in de Middellandse Zee nu nog veel Gambianen zijn die hun toekomst buiten het eigen land zoeken.

De woordvoerder van de president, Halifa Sallah, zei deze week tegen de Belgische website Mondiaal Nieuws dat het vertrouwen in de democratie in Gambia nog opgekrikt moet worden. „Enerzijds heb je nood aan een mentaliteitswijziging, anderzijds moeten er instituten opgebouwd worden.” Sallah verwacht nog aanpassingen van de grondwet om te voorkomen dat presidenten te lang in het zadel blijven. Ook de wetgevende en de rechterlijke macht moeten volgens Sallah hervormd worden.

Basisvoorzieningen

Hoewel staatsterreur iets van het verleden is en ook christenen in Gambia weinig meer te vrezen hebben, is er dus nog voldoende werk aan de winkel voor de overheid in het land. Te beginnen met het verbeteren van basisvoorzieningen. Zo staat er voor zondag in Gambia een demonstratie gepland wegens het gebrek aan schoon drinkwater en de haperingen in de elektriciteitsvoorziening.

Kleine groep christenen

De bevolking van Gambia bestaat voor 5 tot 8 procent uit christenen. Het gaat om ruim 100.000 mensen. Bijna de helft van hen is rooms-katholiek. Er zijn enkele tienduizenden protestanten. Onder het dictatoriale regime van president Jammeh, die na een staatsgreep in 1994 aan de macht kwam, oefende de veiligheidsdienst een schrikbewind uit. Weliswaar had deze het niet speciaal op christenen voorzien, maar wie zich niet voegde naar de koers van de president moest op zijn tellen passen. Nadat Jammeh in 2016 de verkiezingen verloor, ontvluchtte hij begin 2017 zijn land, onder dreiging van internationaal ingrijpen. Sindsdien regeert zijn opvolger Barrow.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer