Vechten tegen uitbuiting en onrecht
Hij had in Nieuw-Zeeland een mooie carrière in de rechterlijke macht kunnen opbouwen. In plaats daarvan ging hij naar Zuidoost-Azië voor de strijd tegen mensenhandel. „Jezus geeft me hoop in alle ellende”, zegt Peter Williams, directeur van International Justice Mission (IJM) in Cambodja.
Dot Phanna, een jonge man, vertrok een jaar of vijf geleden vanuit zijn dorp op het Cambodjaanse platteland, op zoek naar werk. Dat vond hij, maar het zag er totaal anders uit dan hij zich had voorgesteld. Via mensensmokkelaars kwam hij op een Thaise vissersboot terecht die in de internationale wateren viste en doorgaans maanden achtereen op zee was. Het was keihard werken, tot wel 22 uur per dag. Als hij niet hard genoeg werkte, kreeg hij zweepslagen.
Phanna had geluk. Toen het schip per ongeluk in de Indonesische wateren voer, werd het opgemerkt door een Indonesisch marineschip. Alle opvarenden werden gearresteerd. Phanna kwam vrij en de leider van de bende werd veroordeeld tot acht jaar cel. Twee andere bendeleden zijn echter nog op vrije voeten.
IJM, een wereldwijde christelijke organisatie die strijdt tegen moderne slavernij, was betrokken bij het proces tegen de bendeleider. Intussen zet de organisatie zich ook in om de twee andere bendeleden te achterhalen.
Het is dit soort situaties die Peter Williams motiveren voor zijn werk. Sinds 2016 geeft hij leiding aan een team van 35 personen van IJM in Phnom-Penh, de hoofdstad van Cambodja. De afgelopen dagen was hij in Nederland, onder meer om te spreken tijdens een gebedsbijeenkomst van de Nederlandse tak van de organisatie. „We willen de gerechtigheid bevorderen zoals ons dat in de Bijbel voorgehouden wordt”, zegt hij. „Het is soms moeilijk werk, maar God helpt om het vol te houden en hoop te houden.”
De laatste jaren is er volgens hem veel bereikt in Cambodja. Mede door het werk van IJM en andere organisaties werken er steeds minder kinderen in de Cambodjaanse seksindustrie. „We werken goed samen met de overheid en politie”, aldus Williams. „De politie wacht tegenwoordig niet meer op aangifte, maar praktiseert een actief opsporingsbeleid. Er is bovendien veel aandacht voor nazorgprogramma’s.”
Tegelijk weet hij vanuit eerdere ervaringen ook van situaties waarbij de politie zelf betrokken is bij uitbuiting. Hij vertelt over een arm gezin dat naar de Indiase stad Bangalore was gekomen en daar werk vond in de steenindustrie. De gezinsleden moesten volgens Williams de hele dag stenen sjouwen tegen een hongerloon. ’s Nachts ging de deur van hun eenkamerwoning, waar ze met z’n vijven sliepen, vanbuiten op slot. Het lukte een dochter van het gezin uiteindelijk om op het politiebureau te komen. In plaats dat de politie haar hielp, misbruikte een agent haar.
Williams: „Ons team werd gewaarschuwd en wij alarmeerden de politie. Toen we samen bij het bewuste huis arriveerden, kwam het gezin tevoorschijn en ontstond er een enorme spanning. Plotseling begon de misbruikte vrouw te praten in een regionale taal en wees ze naar de bewuste politieagent die haar misbruikt had. Dat moment was cruciaal. De lichaamstaal overtuigde de regeringsfunctionarissen van de schuld van de politieman. Hij is gevangengezet en het gezin kwam vrij.”