Kosovo staat sinds juni 1999 onder bestuur van de Verenigde Naties, toen NAVO-troepen een einde maakten aan de bezetting van de provincie door het Joegoslavische leger. Kosovo is formeel nog steeds onderdeel van Servië-Montenegro, de federale unie die Joegoslavië verving. De etnisch Albanese bevolking van Kosovo, die de meerderheid vormt in de provincie, stuurt echter aan op onafhankelijkheid of mogelijk aansluiting bij Albanië. Holkeri, die korter dan een jaar aan het hoofd stond van het VN-bestuur over Kosovo, zei donderdag dat een radicalisering dreigt onder delen van de etnisch Albanese bevolking als gevolg van aanhoudende armoede en politieke instabiliteit.

Enkele weken geleden waarschuwde de International Crisis Group (ICG) dat Kosovo „de Westelijke Jordaanoever van Europa” dreigt te worden als de internationale gemeenschap geen duidelijkheid schept over de status van de provincie en er geen einde wordt gemaakt aan de gewelddadige confrontaties tussen verschillende etnische groeperingen. De afgelopen tijd is het geregeld tot geweld gekomen tussen Slavische en etnisch Albanese Kosovaren, met als dieptepunt aanvallen op de Servische minderheid door etnische Albanezen die in maart aan zeker negentien mensen het leven kostten. De ICG stelde dat er ook geïnvesteerd moet worden in de ontwikkeling van de economie omdat anders ook de belabberde economische omstandigheden zullen bijdragen aan de dreigende desintegratie van Kosovo.