Advertenties ’vervuilen’ Amerikaanse hitparade
Amerikaanse platenmaatschappijen hebben een nieuwe manier gevonden om hun artiesten hoger in de Billboard–hitparade te krijgen. Ze kopen reclametijd in bij Amerikaanse radiostations om daar een plaatje gedraaid te krijgen. En hoe meer een nieuw liedje wordt gedraaid (airplay) hoe hoger de plek in de hitparade, zo berichtte The Los Angeles Times donderdag.
Het is in de VS verboden dat platenmaatschappijen discjockeys betalen om bepaalde nummers vaker te draaien. De vorm van een advertentie is wel legaal. Zo draaide een radiostation in Nashville bijvoorbeeld de nieuwste hit van Avril Lavigne vorige maand liefst 109 keer in één week. Het nummer Don’t Tell Me was vooral in de nachtelijke uren vaak te horen, steeds in reclametijd gekocht door Arista Records. Ook voor onder meer de Black Eyed Peas, Sheryl Crow en de Sugababes is ’airplay’ gekocht.
De praktijk betekent overigens niet dat er zomaar toptienhits gekocht kunnen worden. Het gaat er veeleer om dat toch al bekende artiesten een extra zetje krijgen. Het is voor platenmaatschappijen van groot commercieel belang om hun artiesten lang in de hitparades te houden en het liefst zo vaak mogelijk als een ’stijger’.
In het geval van Avril Lavigne leek het alsof het liedje aan populariteit won, terwijl in werkelijkheid, na aftrek van de gekochte airplay, het nummer eigenlijk minder vaak op de radio te horen was.
Een woordvoerder van de Amerikaanse hitparade Billboard spreekt in de krant van een „legale maar evenzeer discutabele praktijk". „We bestuderen de kwestie nog en overleggen met de muziekindustrie welke actie we eventueel moeten ondernemen."