IJslanders geven regering tik op de vingers
De parlementsverkiezingen in IJsland hebben de zittende regeringscoalitie zijn meerderheid ontnomen. Wel kreeg de conservatief-liberale Onafhankelijkheidspartij van demissionair premier Benediktsson opnieuw de meeste stemmen.
„Bij verkiezingen draait het maar om één ding: stemmen”, hield Benediktsson zijn partij voor tijdens de verkiezingsnacht. „En wij kregen de meeste stemmen.” Zijn partij kreeg steun van ruim 25 procent van de kiezers, 4 procentpunt minder dan bij de vorige verkiezing.
Ook de twee coalitiepartners verloren. Een van die partijen verdwijnt zelfs helemaal uit het IJslandse parlement.
Daardoor lijkt de Links-Groene partij de beste kaarten te hebben om een parlementaire meerderheid achter zich te krijgen. De partij van Katrin Jakobsdottir kreeg volgens de IJslandse publieke omroep zo’n 17 procent van de stemmen en is daarmee de tweede partij.
Een coalitie met andere linkse partijen, zoals de Sociaaldemocratische Alliantie en de Piratenpartij, kan daardoor aan een meerderheid komen. Die beschikt dan wel over de kleinst mogelijke meerderheid van 32 parlementariërs in het 63 zetels tellende parlement.
Ook de nieuwe Centrumpartij van voormalig premier Gunnlaugsson gaat zetels winnen. Hij kreeg 11 procent van de stemmen. De IJslandse kiezers moesten naar de stembus nadat het kabinet van Bjarni Benediktsson in september ten val kwam.