VN: Kindersterfte blijft te hoog
Wereldwijd stierven er vorig jaar dagelijks 15.000 kinderen onder de 5 jaar. Dat zijn 5,6 miljoen kinderen op jaarbasis. Nog altijd een schokkend hoog aantal, maar aanzienlijk minder dan het dodental in 2000, toen er bijna 10 miljoen kinderen onder de 5 overleden.
Dat meldt het VN-rapport”Levels and Trends in Child Mortality 2017”, dat donderdag uitkwam.
De meeste kinderen onder de 5 overleden in twee regio’s: Zuid-Azië (39 procent) en Afrika beneden de Sahara (38 procent). In vijf landen overleed de helft van deze groep kinderen: India (24 procent), Pakistan (10 procent), Nigeria (9), de Democratische Republiek Congo (4) en Ethiopië (3).
Longontsteking en diarree zijn de belangrijkste doodsoorzaken bij kinderen onder de 5. De eerste kwaal is verantwoordelijk voor 16 procent van de doden, de tweede voor 8 procent.
Stefan Swartling Peterson van Unicef denkt dat de afname laat zien dat veel regeringen serieus betrokken zijn bij het tegengaan van sterfte onder deze groep kinderen.
De opstellers van het rapport wijzen er wel op dat het aantal kinderdoden onder de 5 weliswaar op een ongekend laag niveau is gekomen, maar dat het aandeel van pasgeborenen (tot maximaal één maand) in het sterftecijfer onder kinderen is toegenomen: van 41 naar 46 procent.
Complicaties voor, tijdens en direct na de geboorte zijn nog altijd goed voor 30 procent van de sterfte onder jonge kinderen. Boven op de genoemde 5,6 miljoen doden onder de 5 jaar, sterven nog eens jaarlijks 2,6 miljoen kinderen in de moederschoot.
De aantallen doden blijven schokkend hoog. „Als de huidige ontwikkeling niet verder wordt afgezwakt zullen tussen nu en 2030 nog altijd 60 miljoen kinderen vóór hun vijfde verjaardag overlijden”, meldt het VN-rapport.
„Om meer kinderen te laten overleven is het nodig dat we sterk verarmde families en gezinnen helpen”, aldus dr. Flavia Bustreo, die voor de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) deze doelgroep als onderzoeksgebied heeft. Behalve Unicef namen onder meer ook de WHO en de Wereldbank deel aan het VN-onderzoek. „Teneinde ziekten te kunnen voorkomen, moeten deze families meer inkomen krijgen, dient hun stem te worden gehoord en moeten ze toegang krijgen tot betere zorg”, aldus Bustreo. Wat dat laatste betreft is vooral medische zorg voor en direct na de geboorte van kinderen van het grootste belang. „Het is onverteerbaar dat in 2017 zwangerschap en geboorte nog altijd levensbedreigende zaken zijn voor vrouwen en voor hun kinderen”, aldus Tim Evans van de Wereldbank.
Het rapport meldt verder dat er veel levens gered kunnen worden als de wereldwijde ongelijkheid wordt verminderd. „Als in alle landen het gemiddelde sterftecijfer van hoge-inkomenslanden zou worden gehaald, zou dat 87 procent van de kinderen onder de vijf redden.”