„Acties, maar liever niet rond doop”
De organisatie Hijos Nederland protesteert tegen de aanwezigheid van Jorge Zorreguieta bij de doop van prinses Amalia zaterdag 12 juni in de Grote of St.-Jacobskerk in Den Haag. De schrijfster Mies Bouhuys, sinds jaar en dag actief voor de stichting Steun Aan Argentijnse Moeders, meent anders. „Acties zijn oké, maar liever niet rond zoiets als een doop.”
Hijos staat voor „kinderen van slachtoffers van de laatste Argentijnse dictatuur voor identiteit, rechtvaardigheid, tegen vergetelheid en zwijgen”, zoals de organisatie het omschrijft. De organisatie vindt dat het Nederlandse koningshuis en impliciet de Nederlandse staat met het huwelijk van prins Willem-Alexander met Máxima Zorreguieta te close is geworden met de zwarte geschiedenis van Argentinië. Zorreguieta heeft, zij het als burger, een topfunctie op het ministerie van Landbouw bekleed onder de militaire junta onder leiding van generaal Videla. Gedurende het Argentijnse militaire regime (1976-1982) verdwenen ten minste 30.000 mensen en werden er duizenden vermoord in wat de geschiedenis is ingegaan als de ”vuile oorlog”.
Hijos ziet Zorreguieta op zijn minst als medeplichtig aan het drama dat zo veel Argentijnen heeft getroffen, ondanks zijn woorden voor de waarheidscommissie dat hij het niet meer weet: „Ik weet het niet meer”, „ik wist het niet” en „ik herinner me het niet.”
Nu hij bij de doop aanwezig zal zijn, kondigt Hijos acties aan op 11 juni in Amsterdam en 12 juni in Den Haag, waar Zorreguieta’s kleindochter Amalia wordt gedoopt.
De organisatie wil dat Zorreguieta voortaan wordt geweerd van Nederlands bodem als het een „officieel bezoek” betreft. Hijos-woordvoerder Veronica Gomez licht toe dat niemand er wat aan kan doen als Zorreguieta privé en dus onofficieel in Nederland verblijft. Maar als Nederland Zorreguieta officieel toestaat een plechtigheid zoals de doop bij te wonen, dan „kiest de Nederlandse staat er impliciet voor de straffeloosheid, in de persoon van Jorge Zorreguieta, en onrust van elders Nederland binnen te halen.”
Gomez meldt dat Hijos toestemming van de politie heeft voor de demonstraties. En als mensen nu niet meer moeilijk doet over Zorreguieta en het zielig vinden dat een opa niet eens bij de doop van zijn kleindochter mag zijn? „Die mensen zijn slecht geïnformeerd. Wie weet dat Zorreguieta medeplichtig is geweest aan moord, foltering en terreur gaat beslist anders denken.”
Ook de schrijfster Mies Bouhuys -in Nederland het boegbeeld van de Dwaze Moeders van het Meiplein- blijft het „buitengewoon betreuren dat die man in Nederland mag komen.” Bouhuys acht het verwerpelijk dat Zorreguieta zich, ook in eigen land, nog steeds als vrij man kan bewegen.
Maar net als Hijos protesteren tijdens de doop, dat vindt ze iets te ver gaan. „Daar moet je niet de doop voor nemen.” Protesteren tegen Zorreguieta blijft ze evenwel juist vinden. Rond de intrede van de Argentijnse Máxima in Nederland timmerde Bouhuys behoorlijk aan de weg. Ze wond er tijdens het huwelijk van de kroonprins met de Argentijnse geen doekjes om. „Met Zorreguieta importeert Nederland de straffeloosheid in de eigen rechtsstaat”, luidt de slogan van Bouhuys, een van de initiatiefnemers van de in 1979 oprichte stichting Steun Aan Argentijnse Moeders (SAAM).