„Tal Afar is bevrijd”, zo liet de premier in een verklaring weten. Hij riep de overgebleven strijders van IS op zich over te geven. In de afgelopen dagen boden IS-strijders nog fel verzet in het bij Tal Afar gelegen plaatsje al-Ayadiya.

Abadi zei dat „de misdadigers van IS overal waar ze zijn zullen worden verslagen, waarbij ze enkel de keus hebben tussen overgave en de dood.” Een Iraakse legerwoordvoerder voorspelde dat de strijders zich dood zouden vechten, omdat ze „niets meer te verliezen” hadden.

De Iraakse strijdkrachten openden eerder deze maand de aanval op Tal Afar, waar vóór het conflict zo’n 200.000 mensen woonden en vlak voor het offensief naar schatting nog tussen de 10.000 en 40.000. De stad ligt aan de strategisch belangrijke snelweg tussen Mosul en Syrië.

De vliegbasis in de buurt van de stad werd in november vorig jaar al veroverd door sjiitische milities. Dit was een gevoelige slag voor IS omdat de vliegbasis belangrijk was voor de import van goederen vanuit Syrië.

Tal Afar was, met Raqqa, een van de weinige steden die nog in IS-handen waren. De terreurgroep heeft in Irak nu nog zeggenschap in twee regio’s: hij beheerst de noordelijke stad Hawija en drie plaatsen in het westelijke woestijngebied, aan de grens met Syrië.

Realisme

„De verrassend snelle bevrijding van Tal Afar is het zoveelste goede resultaat in de internationale strijd tegen IS”, stelde minister Koenders (Buitenlandse Zaken) donderdag tevreden in een reactie vast.

Koenders riep evenwel op tot realisme. De minister wees erop dat IS nog meerdere gebieden beheerst in Irak en Syrië. Ook is er in zijn ogen geen louter militaire oplossing voor het conflict. „Zonder stabilisatie, veiligheid en inclusief bestuur in de bevrijde gebieden, zal de voedingsbodem voor IS blijven bestaan en kunnen we niet spreken van een duurzame overwinning.”

Nederland levert daar volgens de minister al een bijdrage aan. Zo worden verschillende projecten gesteund, die bijvoorbeeld betrekking hebben op „wederopbouw, verzoening en traumaverwerking.”

Konvooi

Een konvooi met honderden IS-strijders en hun gezinnen is donderdag omgekeerd na luchtaanvallen. De bussen zijn volgens de hoogste Amerikaanse generaal in de regio, Stephen Townsend, weer een regio ingereden die in handen is van de Syrische regering.

De internationale coalitie tegen IS voerde woensdag luchtaanvallen uit op een weg en een brug om de bussen tegen te houden.

Townsend stelde dat de coalitie het konvooi zelf niet heeft aangevallen. Er zouden zich honderden burgers tussen de strijders bevinden. De generaal voegde toe dat gevechtsvliegtuigen wel alle IS-strijders en voertuigen die het konvooi probeerden te naderen hebben bestookt.

Het konvooi met zo’n 600 personen vertrok maandag vanuit het grensgebied met Libanon richting gebieden die nog in handen zijn van de terreurorganisatie. Ze konden ongehinderd vertrekken vanwege een wapenstilstand met het Syrische leger en de Libanese beweging Hezbollah, een bondgenoot van het Syrische regime.

Dat akkoord was tegen het zere been van Irak en de internationale coalitie.