Linschoten: „Achteraf denk ik: onverstandig”
„Ik heb me nooit met mijn administratie beziggehouden. Ik was blij dat ik mijn boekhouding aan een professionele club had overgedragen en me met mijn opdrachten kon bezighouden. Ik heb me nooit gerealiseerd hoe onverstandig dat was.”
Dat zei voormalig VVD-politicus Robin Linschoten vrijdagochtend voor de rechtbank in Amsterdam. Daar moet hij zich verantwoorden voor de belastingfraude die hij in de periode tussen januari 2010 en oktober 2012 zou hebben gepleegd met twee BV’s. Linschoten zou hebben gerommeld met de omzetbelasting die hij moest afdragen.
Volgens Linschoten had hij de zaken overgedragen aan een administratiekantoor in Breda, dat al meer dan tien jaar „naar volle tevredenheid” zijn boekhouding deed en zijn fiscale zaken behartigde. „Ik ging ervan uit dat het goed was.” Pas na een gesprek met de officier van justitie „ging het lampje echt branden”.
Het boekhoudkantoor wijst de kritiek van de hand, bleek uit verklaringen die de rechter voorlas. Linschoten zou ondanks talloze verzoeken structureel niet met stukken over de brug zijn gekomen.