Vertrek van topstrateeg Bannon belangrijke overwinning voor stafchef Kelly
Niet alleen felle critici maar ook Republikeinse partijgenoten moeten hebben gedacht: „Eindelijk.” Vrijdagavond werd bekend dat Steve Bannon niet langer de politiek adviseur van de Amerikaanse president Donald Trump is. De vraag is: waarom nu (pas)?
Is Bannon gedwongen te vertrekken of ging hij vrijwillig? Wat er precies is gebeurd, blijft vooralsnog in nevelen gehuld. De woordvoerder van Trump deelde vrijdag mee dat de stafchef van het Witte Huis, John Kelly, en Bannon samen overeengekomen waren dat „vrijdag de laatste werkdag van Steve was.”
Bronnen rond het Witte Huis beweren dat het vertrek al twee weken eerder had moeten plaatshebben, tegelijk met het ontslag van stafchef Priebus. Die werd eind vorige maand opgevolgd door John Kelly. Zijn taak was orde op zaken te stellen in het Witte Huis omdat de staf verteerd werd door onderlinge tegenstellingen en de president veel last had van lekken in zijn organisatie.
Van meet af aan was duidelijk dat Kelly zich stoorde aan het optreden van Trumps strateeg. Bannon stond bekend als „de grote manipulator.” Bovendien werd zijn naam soms in verband gebracht met het lekken naar de media. Dat het vertrek pas vrijdag kwam, zou volgens medewerkers van de president ermee te maken hebben dat Trump hem de kans wilde geven om zijn vertrek zelf te regelen.
Donald Trump trok Steve Bannon vorig jaar zomer vanwege zijn straatvechtersmentaliteit aan om leiding te geven aan zijn campagne. Die benoeming was omstreden omdat Bannon voorzitter was van Breitbart News, de conservatieve Amerikaanse nieuwssite die bekend is om zijn connecties met rechtse groepen.
Na de ambtsaanvaarding van Donald Trump werd hij persoonlijk strategisch adviseur van de president. Als zodanig nam Bannon ook deel aan de vergaderingen van de Nationale Veiligheidsraad. Daar viel hij op door zijn onconventionele uitspraken.
Na enkele uitglijders van Bannon nam Trump in april van dit jaar enige afstand van hem. Bannon had sindsdien geen toegang meer tot de Veiligheidsraad. In een interview zei de president: „Ik mag Steve graag, maar ik moet jullie eraan herinneren dat hij pas zeer laat bij mijn campagne betrokken was. Ik ben mijn eigen strateeg, en ik ben niet van plan om mijn strategieën aan te passen.”
In de achterliggende weken zwol de roep om het vertrek van Bannon aan, ook bij Republikeinen. Dat Trump een en andermaal weigerde het optreden van rechts-radicalen, vorige week in Charlottesville, expliciet te veroordelen, werd toegeschreven aan de invloed van Bannon. Of dit echt zo is, is niet duidelijk. De adviseur van Trump deed deze week in een interview met The American Prospect denigrerende uitspraken over de relschoppers: „Het zijn losers. Het is bijzaak. Ik denk dat de media het groter maken dan het is, en we moeten helpen het kapot te maken. (…) Het is een groep clowns.”
In hetzelfde gesprek bekritiseerde hij Trumps opstelling tegenover Noord-Korea. „Er is geen militaire oplossing met betrekking tot Noord-Korea. Laat dat vallen.” De militairen en diplomaten in Washington die de hulp van China willen inroepen, verweet hij bang te zijn. Volgens hem moet Amerika zich concentreren op de wedloop met China. Als Amerika dat niet doet, heerst China volgens hem binnen enkele jaren over de wereld. Trump zou hem deze publieke aanval op zijn beleid hebben kwalijk genomen.
Stafchef Kelly heeft zich vooral gestoord aan kritiek vanuit rechts-radicale kringen op veiligheidsadviseur McMaster. Die stuurde recent enkele medewerkers de laan uit vanwege hun rechtse ideeën en hun contacten met alternative right. Daarbij ging aanhoudend het gerucht dat Bannon negatieve verhalen over McMaster naar de (rechtse) pers had gelekt. Bannons vertrek is dan ook een zege voor Kelly.