Vluchteling aan de slag in restaurant in oude Bijlmerbajes
Eerst werd er kleding van gedetineerden gewassen, nu bereiden vluchtelingen er Arabische en Afrikaanse gerechten. De voormalige wasserette van de Bijlmerbajes in Amsterdam is omgetoverd tot een bijzonder restaurant.
In de ruime binnentuin van de vroegere gevangenis in Amsterdam-Zuidoost heerst een gemoedelijke sfeer. Aan houten picknicktafels zitten in totaal zo’n twintig bezoekers te praten onder het genot van een kop koffie of een lunchgerecht.
De toren van de in juni vorig jaar gesloten gevangenis is in gebruik als een asielzoekerscentrum (azc), waar circa 500 mensen wonen. Een deel van hen doet via de organisatie Refugee Company (zie kader) werkervaring op, onder meer in koffiebar Kahwa en restaurant A Beautiful Mess (Een prachtige rommel).
”Uitgaand wasgoed”, staat er nog boven de ingang. Binnen is Stabraq –„Mijn naam betekent zijde”– in de koffiebar bezig een cappuccino te bereiden. De 23-jarige Irakees vluchtte bijna twee jaar geleden naar Nederland. Hij heeft een verblijfsvergunning en kreeg tijdelijke huisvesting in een wooncontainer in Amsterdam-Noord.
Stabraq begon zeven maanden geleden aan een werkervaringstraject. Hij volgde een training van het koffiemerk Bocca voor barista –Italiaans voor barkeeper–, die koffie bereidt, decoreert en serveert. Afgelopen week haalde de Irakees, evenals zestien anderen, zijn diploma. Daarmee kan hij in de toekomst aan de slag in een koffierestaurant. „Maar ik moet eerst beter Nederlands leren.”
Linzensoep
In de keuken van A Beautiful Mess, in een ander deel van de vroegere wasserette, zijn een Irakees, Syriër en Eritreeër eensgezind bezig om eten klaar te maken voor klanten die komen lunchen. De kaart vermeldt onder meer linzensoep en een sesampastasalade. De lunchgerechten, aangevuld met brood en sausjes, worden fraai opgediend.
Een van de mannen, in een witte koksjas, is Elias. In Syrië werkte hij als horlogemaker. Nu woont hij met zijn vrouw, drie kinderen en moeder in het naburige azc. Een deel van de week is hij druk met mantelzorg voor zijn bejaarde moeder, die suikerziekte heeft. Daarnaast werkt hij enkele dagdelen voor een vrijwilligersvergoeding in het restaurant. „We wachten op een woning in Diemen”, zegt de christenvluchteling. „Ik hoop dat we snel een huis krijgen. Dat is beter dan een kamer in het azc.”
Sociale kant
Michel Onclin uit Hoofddorp haalt intussen een deksel van een pan en knikt goedkeurend. Hij werkt al jaren in de horecasector en is tijdelijk in dienst van A Beautiful Mess.
„Ik breng de mensen kennis bij over hygiëne in de keuken en wet- en regelgeving. Mijn werk heeft ook een sociale kant. Ik kijk hoe het met hen gaat en welke volgende stap ze kunnen zetten: komen ze in aanmerking voor een stageplek of werk elders, of moeten ze eerst nog beter de Nederlandse taal leren?”
Berhe is een 32-jarige Eritreeër die twee jaar geleden is gevlucht. In zijn eigen land was hij kok. Hij heeft een verblijfsvergunning en een huis en wil stap voor stap een nieuwe toekomst opbouwen. Sinds twee maanden doet hij werkervaring op in A Beautiful Mess. „Ik ga drie dagen naar school en werk hier twee dagen. Werken is goed voor mij”, zegt Berhe, die hoopt enkele Eritrese gerechten aan de menukaart te kunnen toevoegen. „Het is nu erg Syrisch allemaal.”
Loodgieter
Voor de Afghaanse loodgieter Mirzad is de horeca een nieuw werkterrein. Hij wil in de toekomst het liefst zijn oude beroep oppakken. De asielzoeker uit het azc in de Bijlmer heeft nog geen verblijfsvergunning. Hij is in afwachting van een uitspraak van de rechter.
Intussen doet Mirzad, die in zijn vrije tijd graag voetbalt, één dag per week werkervaring op in de koffiebar. Drie weken geleden begon hij met de training voor barista. „Dat is beter dan alleen maar in het azc zitten. Daar heb ik stress. Werken is goed voor mij. Vooral op vrijdagavond is het hier leuk. Dan is er altijd een barbecue en is het lekker druk.”
Refugee Company
Fleur Bakker (43) heeft al zo’n zeventien jaar contact met asielzoekers en vluchtelingen. Zo was ze in 2015 onder meer actief in de noodopvang in Amsterdam, waar ze taallessen en kinderactiviteiten verzorgde.
In november 2015 richtte ze met anderen de Refugee Company op. „Het idee ontstond uit frustratie over de lange tijd dat mensen in een asielprocedure zitten. Asielzoekers vroegen vaak: Hoe leer ik Nederlanders kennen en hoe kan ik iets bijdragen aan de samenleving? Daar spelen we op in.”
De Refugee Company geeft workshops in het azc in Amsterdam, in een woontoren van het gevangeniscomplex. Ze kunnen bijvoorbeeld aan de slag met fotografie. Ook startte de organisatie in juli vorig jaar een naaiatelier in een leegstaande ruimte van de oude bajes. Twee maanden geleden ging in de wasserette van de gevangenis restaurant A Beautiful Mess van start. Ook is er een koffiebar, ingericht door twee Syrische architecten.
Bewoners van het azc en statushouders kunnen in het restaurant en de koffiebar werkervaring opdoen en een training volgen. „Ze stromen op allerlei niveaus in. We hebben een kok die dertig jaar restaurantervaring had, maar ook een ingenieur die zich in het azc verveelt en graag aan de slag wilde.”
In A Beautiful Mess werken vijftien migranten in de keuken en de bediening, ondersteund door Nederlandse professionals. De organisatie heeft contact met achttien horecazaken in Amsterdam. „Het is de bedoeling dat mensen die hier werkervaring opdoen daar uiteindelijk aan de slag kunnen.”
Het restaurant –open van woensdag tot en met zaterdag– trekt onder anderen bezoekers die in de omgeving werken. „In dit deel van Amsterdam zijn er niet veel restaurants. Mensen vinden dit een prettige plek om te komen lunchen.”
Het restaurant is in ieder geval geopend tot en met december, als het azc in de Bijlmerbajes dichtgaat. „Misschien blijft het restaurant nog iets langer open, omdat we ons ook richten op vluchtelingen die in Amsterdam wonen.”
Intussen blijft Refugee Company nieuwe initiatieven ontwikkelen. „We zijn onlangs in samenwerking met een bedrijf een pilot gestart waarbij we vijf nieuwkomers opleiden tot installateur van zonnepanelen. Een van de deelnemers, een vluchteling uit Eritrea, stelde zulke slimme vragen dat het installatiebedrijf hem meteen in dienst heeft genomen. Hij bleek in Eritrea al tien jaar zonnepanelen te hebben gelegd.”