Kiezen voor een Kenia zonder stammen
Kenia is een jong land. Bijna 70 procent van de bevolking is onder de 35 jaar. De jongerenbeweging #TribelessYouth wil het land veranderen door juist deze grote groep aan te spreken. „Wij strijden tegen tribalisme. Boven alles zijn wij Keniaan.”
De Kenianen gaan dinsdag naar de stembus. De angst voor etnisch geweld is sterk in het land. Het is ook hét schrikbeeld van de jongerenbeweging #TribelessYouth. Sinds ruim een jaar zet zij zich in om mensen bij elkaar te brengen, ongeacht hun verschillende achtergronden. Onder het motto ”Eén stam. Eén volk. Eén land” streeft de beweging naar een land zonder stammenstrijd. Waar mensen stemmen op basis van de inhoud van een verkiezingsprogramma en de competentie van een kandidaat, in plaats van langs etnische lijnen.
Het codewoord #TribelessYouth betekent dat de jongeren zich boven alles Keniaan voelen, in plaats van leden van de stam Kikuyu, Luo of Kalenjin. Volgens de beweging zouden alle jongeren zichzelf vooral als leden van één volk moeten zien. Als iedereen onder de 35 jaar dat zou doen, gaat het al om ruim 22 miljoen mensen. De ”Kenianen” zouden daarmee veruit de grootste ‘stam’ zijn, en theoretisch ook de machtigste: „Met zulke aantallen beschikken we over de macht om ons land weer gezond te maken”, zegt de 23-jarige initiatiefnemer Shikoh Kihika. De beweging is vooral online actief en heeft op Twitter ruim 20.000 volgers. De naam #TribelessYouth is daarom gekozen in de vorm van een hashtag op Twitter.
„Toen vorig jaar de verkiezingscampagnes begonnen en politici de ‘rassenkaart’ weer speelden, besloot ik dat het tijd was voor actie”, zegt Kihika. „Dus richtte ik #Tribelessyouth op.” Op haar zwarte sweater met capuchon prijkt prominent het logo, de kleuren van de nationale vlag –zwart, rood, groen– zijn zichtbaar.
Op een regenachtige dag vertellen zij en twee collega’s over het initiatief in een klein gebouw midden in Nakuru, een stad in het westen van Kenia. Overal zijn muren, voertuigen en verkeersborden beplakt met verkiezingsposters. Af en toe komt er luid toeterend een wagen voorbij met daarop een kandidaat die beloftes schreeuwt naar ieder die het maar wil horen. Het is overduidelijk verkiezingstijd.
In het begin stuitte Kihika op veel weerstand. Haar ouders en opa en oma vonden dat ze haar eigen volk, de Kikuyu, verraadde. „Ze willen dat ik trots ben op mijn afkomst. Dat ben ik ook wel, maar op een positieve manier. Gelukkig snappen ze dat nu.”
Brandhaard
Het is geen toeval dat de beweging juist in Nakuru werd opgericht. Tijdens het verkiezingsgeweld van 2007 en 2008 was deze plaats een van de brandhaarden, omdat er een mengelmoes van volkeren woont.
Kihika’s collega Beatrix Arusia (32) vergeet die vreselijke maanden nooit meer. „Wij waren de enige Kalenjins in onze wijk. De buren zeiden dat we zouden worden aangevallen als we bleven. Dus vertrokken we. We zijn nooit meer teruggegaan.”
Vanuit Nakuru is de beweging gaan groeien. „We zijn er voor jongeren uit het hele land”, verduidelijkt Kihika. Volgens haar is het stammengevoel diepgeworteld in de Keniaanse samenleving. Zo trouwen veel mensen niet met iemand buiten hun eigen etnische groep en worden banen soms gegund op basis van achtergrond. „Maar het speelt vooral in verkiezingstijd op. Ineens is het volk waarbij je oorspronkelijk hoort een stuk belangrijker.”
De beweging keurt trots en culturele tradities niet af. Ze verzet zich vooral tegen de negatieve beeldvorming over verschillende stammen. „Zo wordt over Kikuyu’s gezegd dat het dieven zijn. En Luo’s zijn stenengooiers. Dat zijn misschien grapjes, maar ze hebben serieuze gevolgen. Laten we ons richten op wat we gemeen hebben.”
Jeugd
Jongeren in Kenia –en dat zijn er dus nogal wat– hebben het gevoel dat ze niet serieus worden genomen door politici, dat ze niet mee kunnen beslissen over de toekomst van het land. „Ze geven niet om ons, alleen om onze stemmen.” Volgens Kihika zien de machthebbers jongeren als bedreiging en hebben ze er geen belang bij dat ze opgeleid zijn, banen hebben en volwaardig meedraaien in de samenleving. Dit zou hun macht juist ondermijnen. „Zij willen gewoon dat het blijft zoals het is.”
#TribelessYouth brengt jongeren samen, geeft hun een stem en vertelt hun dat ze wé meetellen en samen verandering kunnen brengen. Maar eenvoudig is dat niet. Jongeren vormen in Kenia een heel kwetsbare groep. Het overgrote deel van hen heeft geen baan, kan nauwelijks rondkomen en hangt maar wat rond.
Politici maken daar dankbaar gebruik van en spannen de wanhopige jeugd graag voor hun campagnekarretjes. Ze strooien met shillings om jongeren naar hun bijeenkomsten te trekken of betalen hen om te vechten, als het erop aankomt. „Het zijn deze jongeren die uiteindelijk de straat opgaan met machetes en hakmessen, terwijl de politici veilig in hun bewaakte villa’s zitten. Daarom is het zo belangrijk dat we hen bereiken”, zegt Moses Chaveni (32), die zich onlangs bij #TribelessYouth heeft aangesloten.
De beweging beschikt niet over de miljoenen die politici uitgeven om jongeren te bereiken. „Dat is een van de redenen waarom we vooral online actief zijn.”
Uit onderzoek blijkt dat ruim 12 miljoen Kenianen toegang hebben tot internet, het overgrote deel van hen is onder de 35. Iedere donderdagavond is er op Twitter een discussie over uiteenlopende onderwerpen. De ene week gaat het over de Keniaanse geschiedenis, de andere week over cultuur. Via de hashtag #TribelessYouth kan iedereen meedoen.
Ook buiten sociale media was Kihika de afgelopen tijd actief. Ze ging in gesprek met jongeren en de politie over het voorkomen van geweld. „We vertellen hun dat er een leven is na de verkiezingen. Dat ze het moeten accepteren als hun kandidaat verliest. Ze kunnen beter naar de rechter stappen als ze denken dat er gefraudeerd wordt, in plaats van met stenen te gaan gooien.”
Kihika en haar collega’s zijn trots op wat ze dit jaar hebben bereikt. „Online zijn we enorm gegroeid, iedereen kent ons nu.” #TribelessYouth hoopt ook offline zo veel aanhangers te krijgen. „En we willen serieus geworden nomen door politici, nu doen ze wat lacherig over ons.”
Strijdbaar
De ontwikkelingen van de afgelopen weken baren haar zorgen, zegt Kihika via de telefoon, enkele dagen voor de verkiezingen van dinsdag. Ze klinkt vermoeid. „Iedere dag is er weer iemand dood of wordt er een ander vermist. Nepnieuws beheerst de berichtgeving. Ik voel de onrust. Mensen verlaten Nakuru en vertrekken naar het platteland. We weten niet wat we moeten verwachten.”
Ze is bang dat het weer mis zal gaan. En dat het dan zal voelen alsof ze een heel jaar heeft verspild. Dat ze al die maanden heeft gepraat met jongeren die niet hebben geluisterd. „Maar ik geef niet op hoor”, zegt ze strijdvaardig. „Wat er ook gebeurt, ik blijf me de komende jaren inzetten voor verandering. Voor een Kenia waarin wij, jongeren, écht meetellen. En het moet nu eens afgelopen zijn met dat ouderwetste stammengebeuren, kom op mensen, het is 2017!”