Troepen Georgië in afvallige provincie
De Georgische regering heeft maandag soldaten de separatistische provincie Zuid-Ossetië ingestuurd, naar eigen zeggen in een poging de omvangrijke smokkel via dit gebied in het noorden van Georgië te bestrijden. Enkele uren later vertrokken de troepen weer.
De Georgische procureur-generaal Irakli Okroeasjvili maakte bekend dat soldaten controleposten hebben ingericht in het Zuid-Ossetische grensdorp Tkviavi, een van de vier dorpen in de provincie waarin voornamelijk etnische Georgiërs wonen. De soldaten moesten voorkomen dat er nog goederen over de grens tussen Zuid-Ossetië en Georgië werden gesmokkeld. Nadat de vredesmacht de verzekering had gegeven dat vredesmilitairen de controleposten zelf zouden bemannen, trok Georgië de eigen militairen weer terug.
Volgens Okroeasjvili hadden de Zuid-Ossetische autoriteiten en de leiding van de vredesmacht in het gebied de stationering van de troepen fel bekritiseerd. Hij zei dat de vredesmacht, waarvan zowel Russen als Georgiërs deel uitmaken, zelfs dreigde de controleposten met geweld op te ruimen. Het Russische hoofd van de vredesmacht in Zuid-Ossetië, Svjatoslav Nabzdorov, ontkende echter dreigementen te hebben geuit over de ontmanteling van de controleposten. Volgens hem zijn die opgezet om gestolen auto’s te onderscheppen.
Sinds 1992 is in Zuid-Ossetië een vredesmacht gelegerd. In dat jaar kwam er een einde aan een achttien maanden durende afscheidingsoorlog die de provincie voerde tegen het centrale bestuur van Georgië. De Zuid-Ossetiërs hebben in een referendum met ruime meerderheid gestemd voor aansluiting bij het in Rusland gelegen Noord-Ossetië. Zo’n 80 procent van de Zuid-Ossetiërs beschikt over een Russisch paspoort en de munteenheid in de provincie is de Russische roebel.
De Georgische president Michail Saakasjvili heeft bij zijn aantreden in januari gezworen de separatistische regio’s Zuid-Ossetië en Abchazië terug bij Georgië te brengen.