Iraakse veiligheidstroepen gingen vrijdag in de tegenaanval. Daarbij sneuvelden twee journalisten die verslag deden van de strijd bij het dorp, dat zo’n 70 kilometer ten zuiden van Mosul ligt. Twee andere verslaggevers raakten gewond.

Door de gevechten in het gebied konden zes watertrucks donderdag twee vluchtelingenkampen niet bereiken, meldde de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). „Dat betekent dat er minder water beschikbaar is voor de bewoners van die locaties”, aldus het IOM. In de kampen worden bijna 80.000 vluchtelingen opgevangen.

Iraakse veiligheidstroepen proberen ondertussen Mosul te heroveren op de terreurorganisatie. Het laatste gedeelte van de stad dat nog in handen is van IS, werd vrijdag opnieuw bestookt vanuit de lucht en met artillerievuur. Er zijn vermoedelijk nog een paar honderd jihadisten in de stad, waar voorafgaande aan het conflict 2 miljoen mensen woonden.

Het Iraakse leger verwacht Mosul deze week weer volledig in handen te krijgen. De IS-strijders bieden echter fel weerstand. Ze gebruiken scherpschutters, explosieven en zelfmoordterroristen om de oprukkende veiligheidstroepen op afstand te houden. Iraakse troepen moeten daardoor vechten voor iedere meter terreinwinst in de zogeheten Oude Stad, waar voor zover bekend nog duizenden burgers vastzitten.