Ds. Wallace: Onafhankelijkheidsdag leeg vermaak zonder patriottisme
Vlaggetjes, toeters, spelletjes, feestelijke optochten en vuurwerk. Dat zijn de traditionele onderdelen van het programma voor de Amerikaanse Onafhankelijkheidsdag die elk jaar op 4 juli –dinsdag dus– wordt gevierd.
„Leeg vermaak dat niets van doen heeft met echte vaderlandsliefde”, zegt ds. Jason Wallace van de Orthodox Presbyterian Church in Salt Lake City.
De predikant is bepaald geen fervent sympathisant van president Trump, al heeft hij wel op hem gestemd. „De afgodendienst rond het altaar van de homolobby zoals die werd bedreven door Izebel –ik bedoel de Democratische Partij– moest worden vernietigd. Daarvoor heb je een Jehu nodig. Zo zie ik Trump. Maar met het patriottisme dat hij wil stimuleren met zijn ”Make America great again”, heb ik niets. Het is een holle frase. De grootsheid die hij voorstaat, is niet de christelijke.”
Wallace wijst erop dat in Amerika decennialang vaderlandsliefde in een kwaad daglicht stond. Dat begon volgens hem in de tweede helft van de jaren zestig tijdens de oorlog in Vietnam. Linkse intellectuelen staken uit protest Amerikaanse vlaggen in brand. „Deze vlagverbranders uit de jaren zestig zetten in de jaren zeventig en tachtig de toon binnen intellectuele kringen in de VS. Aan universiteiten was het in die jaren gebruikelijk om felle kritiek te uiten op Amerika. Mensen die trots waren op ons land werden belachelijk gemaakt, neergezet als reactionaire dummy’s.”
Volgens Wallace stelden leidinggevende intellectuelen dat Amerika niets had om trots op te zijn. Het moest zich vooral schamen. Daarbij werd een hele lijst kritiekpunten opgevoerd: Vietnam, de rassendiscriminatie, het kapitalisme, de wapenwedloop enzovoorts.
Wallace: „De boodschap was: Blaas niet te hoog van de toren en zoek vooral internationale samenwerking, zowel in politiek als in economisch opzicht. Die erfenis heeft met name president Obama in de achterliggende jaren doorvertaald in de Amerikaanse buitenlandpolitiek.”
Tegen de achtergrond van dit beleid van Obama vindt de predikant uit Salt Lake City het niet verwonderlijk dat Trump goede sier maakt met zijn streven om het Amerikaanse belang bij het internationaal beleid van de VS weer voorop te zetten. „Maar daarbij ben ik bang dat het hem vooral gaat om economisch gewin. Niet om de bijzondere plaats die Amerika in de wereld heeft vanwege het feit dat het land een bijzondere geschiedenis heeft.”
Ook Kevin DeYoung, gereformeerd predikant in Lansing, Michigan, heeft niet veel met Trumps streven om Amerika weer op de kaart te zetten. Maar hij bepleit wel „gepaste liefde tot het vaderland.” De reden daarvoor is volgens hem dat Amerika in 1776 „niet zomaar is gesticht op basis van een paar interessante ideeën. De Onafhankelijkheidsverklaring spreekt duidelijk uit dat ons land is gebaseerd op een aantal grondwaarheden. Geen vage ideeën die bedacht zijn door rechtsfilosofen, maar fundamentele waarheden”, stelt DeYoung.
De voorganger citeert daarbij de bekende zin uit de Onafhankelijkheidsverklaring dat elk mens door de Schepper is begiftigd met een aantal onvervreemdbare rechten, zoals leven, vrijheid en het streven naar geluk. „Dat zijn rechten die God aan de mens heeft geschonken. De staat is er om die rechten te garanderen. Daar ligt de bron waaruit de liefde tot het vaderland moet voortkomen. Daarom houd ik van mijn land, ondanks alle verdrietige dingen die daar gebeuren. Ik houd van Amerika omdat God me hier een plaats heeft gegeven om te leven, om daar Hem te dienen en om er dienstbaar te zijn aan anderen. Onafhankelijkheidsdag is daarom voor mij een dankdag.”