Geen bewijs in Noorse spionagezaak
Het Openbaar Ministerie in Noorwegen heeft de aanklachten tegen de van spionage verdachte Noorse journalist Stein Viksveen gisteren wegens gebrek aan bewijs ingetrokken.
De correspondent van het Stavanger Aftenblad in Brussel werd ervan beschuldigd tussen 1962 en 1989 geheime documenten van de NAVO te hebben doorgespeeld aan de Stasi, de geheime dienst van de DDR. Viksveen heeft zijn onschuld altijd volgehouden.
Officier van justitie Tor-Aksel Busch verklaarde gisteren ervan overtuigd te zijn dat Viksveen in contact stond met de Stasi en dat hij de “Lanze” is van wie in Stasi-documenten sprake is. Er zijn echter geen overtuigende bewijzen voor de verdenking dat de gegevens die Viksveen aan de Oost-Duitse autoriteiten heeft overhandigd, geheim waren, stelde Busch.
Viksveen werd in 1962 aangesteld als correspondent in Bonn. In 1989 werd hij door het Stavanger Aftenblad in Brussel gestationeerd. Twee jaar geleden werden zijn kantoor en woonappartement in Brussel overhoop gehaald door agenten die computers, mobiele telefoons, adressenboekjes, kaarten, notities en andere documenten in beslag namen. Ook zijn huis in het Noorse Stavanger werd doorzocht.
De nu 62-jarige journalist zei dat het besluit van rechtsvervolging af te zien aantoont dat zijn contacten met de communistische Oost-Duitse autoriteiten binnen het kader van de normale nieuwsgaring vielen.