Een omstreden operatie met beperkt resultaat
Operatie Regenboog van het Israëlische leger in de Gazastrook is ten einde. Volgens het leger was de actie nodig om het terrorisme tegen te gaan. Maar in andere landen en ook in Israël zelf klonk veel kritiek op het afbreken van Palestijnse huizen. Kinderen en oude vrouwtjes op de puinhopen van Rafah hebben het toch al niet zo goede imago van Israël verder beschadigd.
Bij de actie werden drie gevechtseenheden ingezet, ondersteund door tanks, bulldozers en helikopters. Doel van Operatie Regenboog was volgens de officiële lezing het ontmantelen van tunnels die worden gebruikt voor wapensmokkel, het oppakken of doden van Palestijnse strijders en het vergroten van de greep van het leger op de ”Philadelphi-corridor”. Deze strook loopt tussen Egypte en de Gazastrook. Voor Israël is de controle van deze strook momenteel van groot belang om de Palestijnse wapensmokkel vanuit Egypte tegen te gaan.
Directe aanleiding voor de operatie waren twee aanslagen op pantservoertuigen met munitie in de Gazastrook, waarbij elf militairen het leven verloren. Deze aanslagen werden gepleegd kort nadat gewapende Palestijnen Tali Hatuel, een Joodse koloniste, en haar vier dochters hadden doodschoten.
Volgens de Israëlische commandant voor de Gaza, generaal-majoor Dan Harel, heeft het leger door de operatie zijn greep op de grensstreek kunnen versterken. Hij zei dat veertig gewapende terroristen zijn gedood en dat honderd andere gewapende mensen gewond zijn geraakt. Het leger slaagde er in drie tunnels onbruikbaar te maken. Ook hebben de strijdkrachten tal van arrestaties verricht onder de Palestijnen.
Volgens de gegevens van het leger zijn er veertien burgers bij de operatie gedood. Acht personen kwamen om toen een tankgranaat die op een gebouw werd afgeschoten abusievelijk een groep demonstranten raakte. Zes jongeren werden bij drie incidenten gedood. Twee van hen werden doodgeschoten door Palestijnse strijders, toen het leger hun beval hun huis te verlaten. Van de vier anderen is het onduidelijk of ze door Israëlisch of Palestijns vuur zijn omgekomen.
Het leger heeft volgens Harel 56 huizen verwoest, waarvan 20 rondom ontdekte tunnels. Ook hebben de militairen het huis van de moordenaars van de familie Hatuel met de grond gelijkgemaakt. Het leger zou overigens veel pogingen in het werk hebben gesteld om tijdens de operatie de toevoer van water en elektriciteit in Rafah te herstellen.
De versie van de Palestijnen en van mensenrechtengroeperingen wijkt hier sterk van af. Volgens de Palestijnse leider Yasser Arafat zijn er 700 huizen vernietigd. De UNRWA, de VN-instantie die zich bezighoudt met de zorg voor de Palestijnse vluchtelingen, zegt in een persverklaring dat er tussen 18 en 23 mei 45 gebouwen zijn verwoest. De schatting van de VN-instantie valt dus lager uit dan die van Israël. In die huizen hebben 98 gezinnen ofwel 575 mensen gewoond. Overigens heeft Israël er volgens UNRWA sinds het begin van de intifada in september 2000 1354 gebouwen vernield, waardoor 13.175 mensen dakloos werden.
Zware kritiek kwam ook van de Israëlische organisatie Artsen voor de Mensenrechten. In een verklaring laakt de organisatie het gebrek aan voedsel en water bij sommige gezinnen, inclusief gezinnen met kinderen. Een tank zou op een moeder en drie kinderen hebben geschoten die met een witte vlag op last van het leger het huis verlieten. Ook heeft de organisatie geen goed woord over het hinderen van ambulances.
Het Israëlisch dagblad Ha’aretz brengt de operatie in verband met het voornemen van premier Ariel Sharon de Joodse nederzettingen in de Gazastrook te ontruimen. De krant schreef in een commentaar dat de verwoesting van huizen eerst en vooral diende om de Palestijnen en de Arabieren te tonen dat het leger zich niet met de staart tussen de benen uit de Gazastrook terugtrekt en dat een eventuele terugtrekking geen overwinning is voor de islamitische Hamas-beweging. De actie was ook bedoeld om de Palestijnen te waarschuwen dat het leger in andere plaatsen in de Gazastrook op kan treden als deze een uitvalsbasis blijft voor aanvallen op Israël.
Yossi Alpher, een voormalig adviseur van Ehud Barak, merkt op dat het geven van een ”boodschap van kracht” een waagstuk is. Het doet er niet toe hoeveel schade het leger in Gaza aanricht voordat het vertrek. Uiteindelijk zullen Palestijnse militanten volgens hem toch beweren dat Israël nederzettingen ontruimt omdat het alleen de taal van geweld verstaat.
De resultaten van de operatie zijn beperkt. Israël heeft de smokkel van wapens zeker een slag toegebracht, maar het is niet zeker of alle tunnels zijn ontdekt en bovendien zijn de Palestijnen in staat nieuwe tunnels te graven. Een manier die naar verwachting effectiever zal zijn is het graven van een kanaal in de ”Philadelphi corridor”. Er zijn in Israël ook discussies gaande over de verdere verbreding van deze weg om de soldaten betere bescherming te geven. Als de route driehonderd meter wordt uitgebreid, zullen er tweeduizend huizen tegen de vlakte gaan.
De operatie heeft de vijandschap tegen Israël onder de Palestijnen in de Gazastrook verder vergroot. Functionarissen in het leger hebben voorgesteld huizenbezitters schadeloos te stellen.