Berechting MH17-verdachten zaak van lange adem
Het proces tegen verdachten van het neerschieten van vlucht MH17 zal in Nederland plaatsvinden onder de Nederlandse wet. De landen die samenwerken in het strafrechtelijk onderzoek naar de ramp hebben dat unaniem besloten. Het is een nieuwe stap in een proces dat nog jaren kan duren.
Doorslaggevend voor de keus was dat het Nederlandse rechtssysteem beproefd is en werkt. Maleisië, Oekraïne, Australië en België hebben volgens het kabinet aangegeven „het volledige vertrouwen te hebben in het Nederlandse rechtssysteem”. In eerste instantie had een VN-tribunaal de voorkeur, maar daar heeft Rusland in 2015 een veto over uitgesproken.
In een reactie zegt premier Mark Rutte dat de beslissing „een volgende stap op weg naar het achterhalen van de waarheid” is, maar ook dat het gaat om een zaak van lange adem.
Nabestaanden zijn tevreden dat er een besluit is genomen „Het geeft een goed gevoel dat er iets gebeurt, dat de zaak niet op slot zit”, zegt Evert van Zijtveld, voorzitter van de Stichting Vliegramp MH17. „Het is nu belangrijk dat er geen tijd verloren gaat. Een decennialang proces, zullen wij nooit accepteren”.
Met Oekraïne zijn afspraken gemaakt over een proces in Nederland. Een verdrag hierover wordt volgende week ondertekend. Oekraïne draagt hierin de strafvervolging over aan ons land.
Dat is van belang omdat het proces in Nederland dan niet alleen Nederlandse, maar alle 298 slachtoffers kan omvatten die in 2014 bij het neerschieten van de Maleisische Boeing boven Oost-Oekraïne zijn gevallen. Dat was voor Maleisië en Australië een belangrijke eis.
Ook zijn er afspraken gemaakt om verdachten te kunnen horen via een videoverbinding en over het uitzitten van mogelijke gevangenisstraffen. Oekraïners die niet kunnen worden uitgeleverd, kunnen hierdoor wel op afstand worden gehoord en mogen hun eventuele straf uitzitten in Oekraïne.
De beslissing betekent niet dat er op korte termijn verdachten voor de rechter staan. Het strafrechtelijk onderzoek is nog in volle gang. Daar komt nog bij dat Rusland - net als Oekraïne- geen onderdanen uitlevert en het de vraag is of het land gaat meewerken aan vervolging.
Moskou is wel gehouden aan resolutie 2166 van de VN-Veiligheidsraad. Die roept ertoe op dat de verantwoordelijken worden berecht. Rusland ontkent tot nu toe iedere betrokkenheid en trekt het strafrechtelijk onderzoek in twijfel.