Heel Mondriaan te zien in Haags Gemeentemuseum
Wie Piet Mondriaan alleen kent als schilder van rood, geel en blauw, doet er goed aan deze zomer ”De ontdekking van Mondriaan” in het Gemeentemuseum Den Haag te bezoeken. Van zijn vroege landschappen tot zijn laatste werk, de ”Victory Boogie Woogie” – alles van de moderne meester is deze zomer in Den Haag te zien.
Met zo’n 300 werken is de Mondriaancollectie van het Gemeentemuseum de grootste ter wereld. Voor het eerst in de geschiedenis van het museum worden alle werken tegelijk getoond; niets bleef achter in het depot. De voorbereiding kostte niet minder dan zes jaar.
„In 2009 zijn we het Mondriaan Restauratieproject begonnen. Alle schilderijen en tekeningen uit de collectie zijn gecontroleerd en waar nodig gerestaureerd”, zegt Astrid Hulsmann van het Gemeentemuseum. Zo’n grootschalige aanpak van het oeuvre van een kunstenaar is in de nationale en internationale museumwereld vrij uitzonderlijk. Niet voor niets besteden diverse Duitse media en de Engelse kwaliteitskrant The Guardian uitgebreid aandacht aan deze tentoonstelling.
„De ”Victory Boogie Woogie” had weinig onderhoud nodig, die was in 2009 nog onder handen genomen”, zegt Hulsmann. „Maar ”Boerderij met bomen” is voor het eerst sinds jaren te zien. Voorheen was er met het blote oog geen boerderij te zien op dit schilderijtje. Nu, na de restauratie, zijn er twee boerderijen en een kerktoren zichtbaar.”
Doorbraak
Door de chronologische opstelling van de tentoonstelling reist de bezoeker mee door het leven van Piet Mondriaan (1872-1944). Langs Amsterdam, Parijs, Londen en eindstation New York wordt Mondriaans ontwikkeling zichtbaar. „Vaak zegt men van een kunstenaar dat hij in een bepaalde periode een doorbraak had. Bij Mondriaan is dat niet het geval, hij beleeft doorbraak na doorbraak. Hij blijft zich voortdurend ontwikkelen. Met zo’n 1200 werken, waarvan het Gemeentemuseum een kwart in bezit heeft, is het oeuvre van Mondriaan enorm te noemen.”
Op 7 maart 1872 komt Mondriaan ter wereld in een christelijk gezin in Amersfoort. Hij erft het artistieke talent van zijn vader en gaat op 20-jarige leeftijd naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. In deze periode gaat Mondriaan regelmatig naar het Zeeuwse Domburg. Traditionele kleuren laat hij los; duinlandschappen, vuurtorens en bomen in vrolijke kleuren laten zien dat deze kunstenaar consequent op zoek is naar vernieuwing.
Na een verbroken verloving trekt de 39-jarige Mondriaan in 1911 naar Parijs, waar hij internationale schrijvers en kunstenaars ontmoet. Zijn kennismaking met het kubisme zorgt ervoor dat hij nog abstracter gaat werken. Hij brengt de zichtbare werkelijkheid terug tot een ritme van vlakken en kleuren: horizontalen en verticalen. In de Franse hoofdstad komt hij tot zijn beroemde stijl.
Entartet
In diezelfde jaren keren de chrysanten uit zijn vroege periode terug. Onder druk van geldzorgen begint Mondriaan aquarellen van bloemen te maken die, in tegenstelling tot zijn abstracte composities, makkelijk verkoopbaar zijn. Hij schrijft in een van zijn brieven: „Ik moet weer aan de bloemen.” Met de verkoop bekostigt hij zijn levensonderhoud, uitgaansleven en zijn immer nette kleding.
„Mondriaan staat bij veel mensen nog te boek als een starre, saaie man. Dat is onterecht. Hij duikt juist in het sociale leven, bezoekt jazzclubs, danst en staat wel bekend als ”Piet, zie-je-me-niet”, omdat hij op elk feestje van de partij was”, zegt Hulsmann. Zo ook in Londen, waar hij in 1938 naartoe vlucht als de Tweede Wereldoorlog dreigt en de nazi’s zijn kunst ”entartet” verklaren. Mondriaans kunst, en die van veel anderen, voldoet niet aan de eisen van het Duitse regime.
Na twee jaar in Engeland, waar hij het prima naar zijn zin heeft, voelt Mondriaan zich door de bombardementen op de stad ook in Londen niet veilig en verhuist hij naar New York. Daar leert hij op zijn 68e een nieuwe wereldstad kennen. In 1942 begint hij aan wat zijn laatste doek zal blijken, de ”Victory Boogie Woogie”. Twee jaar lang werkt hij eraan: in het laatste jaar doet hij niet anders meer. Zijn gezondheid is kwetsbaar, de bronchitis wordt een longontsteking. In zijn laatste dagen werkt hij nog intensief aan het doek, totdat zijn kunstenaarsvriend Harry Holtzman een dokter haalt en Mondriaan in het ziekenhuis wordt opgenomen. Uiteindelijk overlijdt hij daar. Kranten berichten over het heengaan van Mondriaan en schrijven dat een van de grootste kunstenaars van de 20e eeuw is overleden, terwijl de eeuw nog niet eens op de helft is.
Meesterwerk
Zijn laatste meesterwerk blijft onafgemaakt achter in zijn atelier, voorzien van stukjes gekleurde tape: de illustratie van Mondriaans zoektocht naar de ultieme compositie. Het is het werk waar de internationale bezoekers in Den Haag omheen drommen. In de zaal, aangekleed met jurken uit de periode dat de boogiewoogie werd gedanst, klinkt Duits en Engels.
In 1998 verhuist het topstuk door een gift van De Nederlandsche Bank naar het Gemeentemuseum Den Haag, waar het als langdurig bruikleen te zien is. Daar vormt het de kroon op de belangrijkste verzameling Mondriaans ter wereld.
Ook wie die ”Victory Boogie Woogie” allang kent, doet er goed aan ”De ontdekking van Mondriaan” te bezoeken. Dankzij het restauratieproject is daar nu onder meer een grote tekening te zien die vanwege haar kwetsbaarheid negentig jaar lang opgerold in het depot lag.
Doeboek
In de auto op weg naar het vakantieadres, op een verloren moment op de camping, of thuis tijdens een regenachtige vakantiedag – deze zomer kunnen kinderen vanaf een jaar of 8 zich vermaken met het ”Doeboek Mondriaan”, vol puzzels, spelletjes en weetjes. Verondersteld wordt dat kinderen weten wat jazz-, house- en dancemuziek is. Maar woorden als abstract en compositie worden uitgelegd. Een aanrader voor kinderen die eens iets anders willen dan het doorsnee kleur- of puzzelboek.
Doeboek Mondriaan, Wouter van Reek (ill.); uitg. Leopold en Gemeentemuseum Den Haag, 2017; ISBN 978 90 258 7349 3; 63 blz.; € 7,50.
Doeboek