Gerhard Hormann over Global InterGold
Onlangs werd ik benaderd om te participeren, of beter gezegd te investeren in een bedrijf met de naam Global InterGold. Tot dat moment had ik daar nog nooit van gehoord, al had ik me natuurlijk weleens verdiept in de prijsontwikkeling van goud en zilver.
Beleggen in edelmetalen kan rendabeler zijn dan ouderwets sparen en zou in het geval van een ineenstorting van de financiële wereld zelfs uw financiële redding kunnen betekenen.
Toch heb ik me tot op heden nooit laten verleiden tot het kopen van fysiek goud of het beleggen in termijncontracten of aandelen van goudmijnen. Dat was ik ook nu niet van plan, zeker niet omdat de naam meteen al de verkeerde associaties oproept en speciaal lijkt te zijn bedacht om indruk te maken op dure visitekaartjes en gelikte websites. Waarschijnlijk is gedacht dat het extra veel vertrouwen wekt wanneer je als bedrijf niet alleen internationaal, maar ook globaal opereert.
Zoals dat tegenwoordig gaat, kreeg ik de uitnodiging binnen via sociale media. Naast familieleden en vrienden bevindt zich daarop een uitwaaierende kring van kennissen, vage bekenden en vrienden van vrienden die je nog nooit in levenden lijve hebt ontmoet.
In dit geval kende ik van die persoon alleen de naam, al dacht deze mij goed genoeg te kennen om te weten dat ik iemand ben die alert reageert „als hij kansen ziet.” Dat is slim verwoord, want je wilt niet iemand zijn die een buitenkans aan zich voorbij laat gaan. Bovendien klinkt het sympathieker dan zeggen dat je waarschijnlijk gretig toehapt als je „geld ruikt.”
De formule van Global InterGold was volgens dezelfde persoon simpel en transparant. Ik zou 275 euro (plus 10 euro bankkosten) over moeten maken naar het bedrijf en vervolgens hoefde ik alleen maar twee mensen uit mijn eigen kring over te halen om hetzelfde te doen. Lukte dat niet binnen een jaar, dan zou ik mijn geld terugkrijgen. Slaagde ik daar wél in, dan zou ik op termijn een veelvoud op mijn rekening gestort krijgen.
Toen ik hierover aan mijn vrouw vertelde, merkte ze op dat dit precies klonk als de kettingbrieven die we op de middelbare school schreven. Je hoefde er slechts vijf te versturen om enige tijd later, als de ketting niet verbroken werd, stapels post op de deurmat te vinden. In de praktijk gebeurde dat echter nooit, zodat het niet alleen verspilde moeite was, maar je ook voor niks geld had uitgegeven aan postzegels.
Hoewel dat een onschuldig tijdverdrijf was zonder verdere consequenties, droeg het onbedoeld bij aan bewustwording en kun je het zelfs beschouwen als een stukje financiële opvoeding. De kettingbrief is namelijk niks anders dan de papieren versie van een piramidespel, ook wel bekend als Ponzi-scheme. Van dergelijke opzetjes worden een paar mensen schatrijk, terwijl de rest het schip ingaat, de gehele inleg verliest of hooguit quitte speelt.
Mijn contactpersoon verzekerde me in alle toonaarden dat er in dit geval geen sprake was van een piramidespel, maar van een betrouwbaar bedrijf met goudeerlijke bedoelingen. Die mogelijkheid sluit ik niet uit, al valt het woord scam (oplichting) opvallend vaak als je de bedrijfsnaam intikt in een zoekmachine. Verder weet ik uit ervaring dat anderen er zelden op uit zijn om mij rijk te maken en dat als er iets door de sloot zwemt dat kwaakt als een eend, het meestal ook een eend ís.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl