Minder leerlingen in laagste groepen basisonderwijs
In de laagste groepen van het basisonderwijs zitten gemiddeld ruim 21 leerlingen. Daarmee is de doelstelling van het project klassenverkleining vrijwel bereikt.
Dat schrijft minister Van der Hoeven in een brief die ze woensdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Tien jaar geleden lag de gemiddelde groepsgrootte op ruim 26 leerlingen. Daarop heeft de politiek besloten miljoenen extra ter beschikking te stellen. Het doel was om de gemiddelde groepsgrootte op twintig uit te laten komen. Overigens is over het geheel van de basisscholen de gemiddelde groepsgrootte in het afgelopen jaar iets toegenomen.
Veel scholen hebben in de afgelopen jaren extra personeel ingezet. Scholen trekken vooral onderwijsassistenten aan. Driekwart zet ook remedial teachers in, leraren gymnastiek en muziek en leraren-in-opleiding (lio’s) die zelfstandig voor de klas kunnen staan.
Wat de groepsverkleining precies heeft opgeleverd, is nog niet duidelijk. Daarnaar laat de minister een onderzoek instellen. Volgens Van der Hoeven is het voor leerkrachten in ieder geval een stuk aantrekkelijker om in kleinere klassen te werken.